Science fiction is het genre waarin het gaat om de nog onbekende mogelijkheden van wetenschap en techniek. Zo schreef H. G Wells in 1898 over een aanval van Mars op Aarde en voorspelde in zijn boeken al de laser.
Science fiction schrijvers helpen de intellectuele horizon van de mensheid te verbreden en een klimaat te scheppen waarin buitengewone uitvindingen konden worden gedaan. Maar science fiction waarschuwt ook voor de schadelijke gevolgen van bepaalde technologieën.
Onze wereld van nu is totaal anders dan die in de negentiende eeuw omdat de ontwikkeling van technieken de mens in staat stellen zijn lot in eigen hand te nemen. Wat was nu de voorspellende waarde van 19de-eeuwse sciencefiction? Want sommige voorspellingen bleken opmerkelijk profetisch, andere zaten er faliekant naast.
Bibliotheek Hengelo en Techniekmuseum HEIM hebben zes wetenschapsjournalisten gevraagd op onderzoek uit te gaan aan de hand van een boek uit de 19de eeuwse SF-traditie. En hun bevindingen te relateren aan de ontwikkelingen die sindsdien op hun vakgebied of werkterrein hebben plaatsgevonden.
Wat was de voorspellende waarde van deze literatuur? Wat klopt er en wat klopt er niet?
Woensdag 25 september gaat Liesbeth Jongkind, als eerste in deze lezingencyclus, aan de hand van de boeken The mortal immortal (Mary Shelley, 1833) en The Island of Doctor Moreau (HG Wells, 1896) op zoek naar de vermaakwaarde van zinloze uitvindingen en de (on)menselijkheid van de nieuwsgierige wetenschapper.
Via de website van Project Gutenberg zijn vele boeken uit deze lezingencyclus te downloaden.