Bent u allen wel in het bezit van een 'zakdetermineerboek'? Ik wel! En de bibliotheken ook nog steeds...
Al jaren ben ik de eigenaar van 'Zien is kennen', hèt boek waarin alle in Nederland voorkomende vogels kort beschreven staan, voorzien van mooie pentekeningen. Linnen kaft, met een mooi bandje met drukknoop om het boek echt dicht te kunnen doen.
Typisch gevalletje jeugdsentiment, maar het valt me wel op dat dit boekje elke keer weer komt bovendrijven. Ook in de boekhandel nog steeds gewoon verkrijgbaar: een echt standaardwerkje dus.
Toen ik het vroeger als jongen kreeg, was ik gek op vogels. Door dit boekje raakte ik vertrouwd met de termen 'winterkleed' en 'zomerkleed', en met tot de verbeelding sprekende streeknamen voor vogels. Dat een Sperwer ook bekend staat onder namen als 'Schietvogel' of 'Speurgaal', da's toch wel weer grappig. Net zoals de Watersnip en het Hemelgeitje één en dezelfde vogel zijn. Nou ja, ik leerde in ieder geval flink wat vogelnamen en kon ze na verloop van tijd ook herkennen in bos en tuin. Die kennis is in de loop van de tijd wel wat verwaterd, maar nog steeds betrap ik mij er op dat flarden komen bovendrijven bij het zien van een iets minder bekend gevederd vriendje in de heg.
Mijn favorieten? De Vlaamse Gaai (met dat mooie blauwe stukkie), het Goudhaantje, en de Vale Gier (die ik dan weer niet bovenop de erfafscheiding aantrof). En de IJsvogel vond ik ook prachtig...
"Gedrongen lichaamsbouw, korte staart en korte oranje-rode pootjes. Vlucht meest in rechte lijn, vlak boven het water, met snelle, snorrende vleugelslag. Roept een schril, hoog: "Tsjie". Afnemend."
Da's toch bijna poëzie!
Het heeft lang geduurd voordat ik de IJsvogel een keer in het echt zag. Maar in de beek vlak bij mijn huis heb ik 'm eens gespot. De blijdschap die ik daarbij voelde, is ooit gevoed door al die pentekeningen en wetenswaardigheden in dit handzame boekje.
Reserveer in onze catalogus
vrijdag 22 juli 2011
maandag 18 juli 2011
Entre les murs
Omdat alle leerlingen en docenten in onze regio volgende week op hun tandvlees naar de zomervakantie kruipen, leek het me een goed moment om eens een onderwijsfilm in het zonnetje te zetten die laat zien dat het allemaal nog veel erger kan.
Jaren geleden werden we allemaal verliefd op de meester en zijn vertederende klasje uit de docufilm Être et avoir. Een tijdje later volgde Entre les murs. Ook hier worden een docent en zijn klas gevolgd, alleen bevinden we ons nu niet op het platteland maar in een probleemwijk van Parijs en in een multiculturele klas vol recalcitrante pubers. De meeste scènes laten zien hoe de docent door middel van een bijzondere lespraktijk het vertrouwen van z'n klas probeert te winnen en het beste uit hen probeert te halen. En we zien ook hoe die scholieren er alles aan doen om daar vooral niet aan toe te geven. Docenten zijn er om op de proef te stellen, school is er om niet thuis te hoeven zijn, leren doe je op straat. Dat is in ieder geval de korte analyse die ik van deze jongeren maak, maar daarmee doe ik ze natuurlijk onrecht aan.
Wat de film voor mij opvallend maakt is de manier waarop hij tot stand is gekomen. De docent speelt zichzelf. François Bégaudeau heeft namelijk een boek geschreven over zijn ervaringen als docent Frans op een Parijse volksschool. Dat boek was de basis voor deze film. Vervolgens hebben ze een bestaande klas gepakt en alle leerlingen een 'karakter' gegeven. Ze spelen niet zichzelf, maar mochten wel uit hun eigen leven en ervaringen putten om hun personage vorm te geven. Vervolgens hielden ze het script voor de jongeren verborgen. Ze kregen een korte schets van waar een bepaalde scène over moest gaan, daarna werden de drie vaste camera's aangezet en werd er gespeeld. Of eigenlijk geïmproviseerd. En dat levert hier en daar hele spannende scènes op.
Deze recensie uit de NRC - met een andere en ondertitelde trailer! - geeft een mooi beeld van de kwaliteit van de film, die je eigenlijk bekijkt als een documentaire. Voor mij is het in de eerste plaats een ode aan de docenten die graag het verschil willen maken en daarnaast een ode aan het werken met onervaren acteurs en experimentele filmtechnieken. Bise!
Reserveer in onze catalogus.
Jaren geleden werden we allemaal verliefd op de meester en zijn vertederende klasje uit de docufilm Être et avoir. Een tijdje later volgde Entre les murs. Ook hier worden een docent en zijn klas gevolgd, alleen bevinden we ons nu niet op het platteland maar in een probleemwijk van Parijs en in een multiculturele klas vol recalcitrante pubers. De meeste scènes laten zien hoe de docent door middel van een bijzondere lespraktijk het vertrouwen van z'n klas probeert te winnen en het beste uit hen probeert te halen. En we zien ook hoe die scholieren er alles aan doen om daar vooral niet aan toe te geven. Docenten zijn er om op de proef te stellen, school is er om niet thuis te hoeven zijn, leren doe je op straat. Dat is in ieder geval de korte analyse die ik van deze jongeren maak, maar daarmee doe ik ze natuurlijk onrecht aan.
Wat de film voor mij opvallend maakt is de manier waarop hij tot stand is gekomen. De docent speelt zichzelf. François Bégaudeau heeft namelijk een boek geschreven over zijn ervaringen als docent Frans op een Parijse volksschool. Dat boek was de basis voor deze film. Vervolgens hebben ze een bestaande klas gepakt en alle leerlingen een 'karakter' gegeven. Ze spelen niet zichzelf, maar mochten wel uit hun eigen leven en ervaringen putten om hun personage vorm te geven. Vervolgens hielden ze het script voor de jongeren verborgen. Ze kregen een korte schets van waar een bepaalde scène over moest gaan, daarna werden de drie vaste camera's aangezet en werd er gespeeld. Of eigenlijk geïmproviseerd. En dat levert hier en daar hele spannende scènes op.
Deze recensie uit de NRC - met een andere en ondertitelde trailer! - geeft een mooi beeld van de kwaliteit van de film, die je eigenlijk bekijkt als een documentaire. Voor mij is het in de eerste plaats een ode aan de docenten die graag het verschil willen maken en daarnaast een ode aan het werken met onervaren acteurs en experimentele filmtechnieken. Bise!
Reserveer in onze catalogus.
Gepost door
Astrid
Tags
Astrid,
François Bégaudeau,
kijken,
onderwijs,
Parijs
vrijdag 15 juli 2011
The Jayhawks in Hengelo
Op dinsdag 9 augustus staan The Jayhawks op het podium van Metropool hier in Hengelo. Dat is nog eens goed nieuws! Al ben ik er nog niet helemaal uit: fijn dat er ook in de zomermaanden nog goede concerten te bezoeken zijn, of juist vervelend dat het in de vakantieperiode is? Nou ja, in ieder geval bijzonder dat deze band weer in de originele bezetting bijeen is, binnenkort een nieuw album uitbrengt én hier in de regio optreedt. Alternative Country iconen Mark Olson en Gary Louris besloten om de handen opnieuw ineen te slaan en te gaan touren.
Mijn eerste kennismaking met The Jayhawks was het toevallig zien van een videoclip op MTV: het nummer 'Waiting For The Sun' kwam voorbij en trok mijn onverdeelde aandacht. Hoe anders was dat geluid, eigenlijk niet passend bij wat over het algemeen op MTV werd uitgezonden. Ik denk wel eens dat met dit nummer mijn liefde voor americana-muziek vaste vormen aannam. Het album 'Hollywood Town Hall' is zo een klassieker in mijn cd-kast geworden. Niet een plaat om dagelijks te draaien, maar eentje die, als goede wijn, moest rijpen. Mooie melodie-lijnen en prachtige zangpartijen, heerlijke gitaren...
Ik ga het album weer wat vaker draaien, als een vorm van voorpret.
Tot ziens op 9 augustus?!
Reserveer in onze catalogus
"The Jayhawks braken definitief door in Nederland met het album 'Hollywood Town Hall' in 1993. Ze scoorden zelfs een top 40 hit met het slepende Take me with you when you go. Opvolger Tomorrow the Green Grass (1995) was zo mogelijk nog een groter succes met klassieke country tracks als “Blue” en “I’d run away”. Mark Olson besloot direct na de release van deze plaat de band te verlaten om zich te storten op een solo carriere. De band bracht nog een paar albums uit, maar nooit meer werd het hoogstaande niveau van “Hollywood Town Hall” en “Tomorrow the green grass” gehaald.
Voor alle rechtgeaarde Roots en Country liefhebbers is de reünie van The Jayhawks het beste nieuws wat ze kan overkomen. De band zal zich tijdens deze show richten op het spelen nummers van hun beste albums. Het belooft een legendarische avond in Hengelo te worden..."
Mijn eerste kennismaking met The Jayhawks was het toevallig zien van een videoclip op MTV: het nummer 'Waiting For The Sun' kwam voorbij en trok mijn onverdeelde aandacht. Hoe anders was dat geluid, eigenlijk niet passend bij wat over het algemeen op MTV werd uitgezonden. Ik denk wel eens dat met dit nummer mijn liefde voor americana-muziek vaste vormen aannam. Het album 'Hollywood Town Hall' is zo een klassieker in mijn cd-kast geworden. Niet een plaat om dagelijks te draaien, maar eentje die, als goede wijn, moest rijpen. Mooie melodie-lijnen en prachtige zangpartijen, heerlijke gitaren...
Ik ga het album weer wat vaker draaien, als een vorm van voorpret.
Tot ziens op 9 augustus?!
Reserveer in onze catalogus
woensdag 13 juli 2011
De gifboom
Als je nog op vakantie gaat heb ik een aanrader! Zo eentje die je oppakt en pas weer weglegt als het uit is. En het is een debuut! Ik hoop dat Erin Kelly nog heel veel gaat schrijven en als dat minimaal het niveau van De gifboom heeft is het top, maar zelfs met ietsje minder ben ik waarschijnlijk al tevreden.
In De gifboom maken we kennis met Karen Clarke, een keurige studente met een talenknobbel die de wereld aan haar voeten heeft liggen, maar die ook zo graag die 'ene zomer van haar leven' wil beleven. Zo'n zomer waar je een levenlang op terugkijkt. Nou, Karen gaat die zomer beleven, al is het dan iets anders dan ze zich heeft voorgesteld. Naast Karen spelen broer en zus Rex en Biba de hoofdrol. Het verhaal speelt deels in het heden en deels in het verleden. Al snel weten we dat er iemand dood gaat, maar wie? En bijna evensnel begin je te vermoeden dat Rex, hoewel hij een gevangenisstraf heeft uitgezeten, niet de dader is, maar wie dan wel? Als je, net als ik, geneigd bent halverwege de laatste paar pagina's te lezen word je ook niet veel wijzer. En de spanning wordt steeds verder opgebouwd...
Erin Kelly beschrijft in bloemrijk maar loom proza, passend bij zo'n warme zomer die eindeloos lijkt te duren en waarvan je wilt dat die nooit ophoudt, het drama dat zich voltrekt op een plek die ook al zo tot de verbeelding spreekt: de tegenwoordig peperdure wijk Highgate in Londen, waardoor een typische stedelijke sfeer wordt gecombineerd met de sfeer van het oerbos Queen's Wood dat aan de achtertuin grenst van het huis dat het mideelpunt vormt in deze psychologische thriller.
De gifboom komt van het gedicht In A Poison Tree van de dichter William Blake. In dit gedicht vergiftigt de schrijver zijn vijand door zich voor te doen als vriend; de valse vriendschap wordt opgekweekt tot zij een giftige vrucht draagt. Van sommige vriendschappen bloeit men op, andere vergiftigen het leven.
Reserveer in onze catalogus
In De gifboom maken we kennis met Karen Clarke, een keurige studente met een talenknobbel die de wereld aan haar voeten heeft liggen, maar die ook zo graag die 'ene zomer van haar leven' wil beleven. Zo'n zomer waar je een levenlang op terugkijkt. Nou, Karen gaat die zomer beleven, al is het dan iets anders dan ze zich heeft voorgesteld. Naast Karen spelen broer en zus Rex en Biba de hoofdrol. Het verhaal speelt deels in het heden en deels in het verleden. Al snel weten we dat er iemand dood gaat, maar wie? En bijna evensnel begin je te vermoeden dat Rex, hoewel hij een gevangenisstraf heeft uitgezeten, niet de dader is, maar wie dan wel? Als je, net als ik, geneigd bent halverwege de laatste paar pagina's te lezen word je ook niet veel wijzer. En de spanning wordt steeds verder opgebouwd...
Erin Kelly beschrijft in bloemrijk maar loom proza, passend bij zo'n warme zomer die eindeloos lijkt te duren en waarvan je wilt dat die nooit ophoudt, het drama dat zich voltrekt op een plek die ook al zo tot de verbeelding spreekt: de tegenwoordig peperdure wijk Highgate in Londen, waardoor een typische stedelijke sfeer wordt gecombineerd met de sfeer van het oerbos Queen's Wood dat aan de achtertuin grenst van het huis dat het mideelpunt vormt in deze psychologische thriller.
De gifboom komt van het gedicht In A Poison Tree van de dichter William Blake. In dit gedicht vergiftigt de schrijver zijn vijand door zich voor te doen als vriend; de valse vriendschap wordt opgekweekt tot zij een giftige vrucht draagt. Van sommige vriendschappen bloeit men op, andere vergiftigen het leven.
Reserveer in onze catalogus
Gepost door
Monic
Tags
de gifboom,
erin kelly,
highgate,
in a poison tree,
lezen,
Monic,
queens wood,
william blake
zondag 10 juli 2011
Iedereen is op weg naar de Brandenburger Tor - Jan Konst
Berlijn, een stad waar ik geen genoeg van krijg. Een fantastische stad die geschiedenis, kunst en cultuur ademt, waar je ook maar kijkt. Maar ook pijn, waanzin en hoop, met littekens van de Tweede Wereldoorlog en de Muur.
Op mijn lijstje van nog te lezen boeken stond dus ook Alleen in Berlijn van Hans Fallada. En omdat ik volgende week een paar daagjes naar Berlijn ga met dochterlief, was dit een mooie reden om dit boek nu eens met voorrang te gaan lezen. Dacht ik…. dochterlief bleek het al ingepikt te hebben en meegenomen naar Utrecht om te lezen. Ook goed…. dan mag zij hierover een blogpost schrijven. Voor wat hoort wat niet waar?
Maar gelukkig vond ik deze prachtige bloemlezing; Iedereen is op weg naar de Brandenburger Tor. Jan Konst, hoogleraar neerlandistiek aan de Vrije Universiteit van Berlijn, verzamelde jarenlang literaire teksten over Berlijn van Nederlandstalige schrijvers. Nederlandse en Vlaamse schrijvers trokken namelijk naar Berlijn vanaf het moment deze stad zich als metropool begon te ontwikkelen en schreven daar uiteraard over.
Deze prachtige bloemlezing van Jan Konst is heel gevarieerd dankzij de verschillende genres: van gedicht en cabaretlied tot filmscenario, toneel- en romanfragmenten, dagboeken en vertellende of meer essayistische verslagen. Ze zijn bovendien chronologisch geordend volgens de periode waarop ze betrekking hebben en vormen daarmee samen een bijzonder boeiend geschreven geschiedenis van de stad.
Natuurlijk bezoeken de schrijvers ook de Muur: Harry Mulisch noemt hem de grafzerk van Hitler, Frans Kellendonk vindt hem wildvlees, een litteken. En zelfs als landschapskunst, voor Willem Jan Otten is hij een “verticale zee”.
De tekst van Cees Nooteboom die in Berlijn was toen de muur viel vond ik het meest aangrijpend: "De tienduizenden stromen door de oostelijke sluizen naar het Westen, ze brengen hun emoties mee alsof het tastbare dingen zijn, hun gevoelens weerspiegelen zich in de gezichten van de mensen aan deze kant, aangejaagd door het geluid van hun eigen miljoenen voetstappen in de afgezette straten, door sirenes en kerkklokken, door de stemmen met hun vragen en geruchten, de ongeschreven woorden van het door niemand bedachte scenario. Door niemand en door iedereen".
Een aanrader! En een must voor iedereen die plannen heeft om naar Berlijn te gaan.
Reserveer Iedereen is op weg naar de Bandenburger Tor in onze catalogus
Reserveer Alleen in Berlijn in onze catalogus
donderdag 7 juli 2011
Deense Dubbel: Mikkel Birkegaard
Sorry hoor, maar toch even weer terug naar de spannende boeken. Ik heb er namelijk net twee uit die de moeite van het lezen (en van het bespreken) meer dan waard zijn.
Bij het neuzen tussen de spannende boeken stuitte ik op een paar fraaie omslagen (en dat werkt bij mij altijd wel aardig). Het bleek ook nog te gaan om een scandinavische auteur, maar een voor mij onbekende: Mikkel Birkegaard.
Beide boeken direct meegenomen dus, en ook achter elkaar en in één ruk uitgelezen.
'Libri Di Luca' is het debuut van deze Deense schrijver. Hij schreef maar liefst vijf jaar aan zijn eerste thriller. De eerste week na verschijnen gingen meteen tienduizend exemplaren over de Deense toonbank.
Het tweede thriller van Birkegaard is 'Letter Voor Letter'. Ook hier een hoofdpersoon die iets met schrijven heeft, maar de setting en verhaallijn is compleet anders.
Reserveer 'Libri Di Luca' in onze catalogus
Reserveer 'Letter Voor Letter'in onze catalogus
Bij het neuzen tussen de spannende boeken stuitte ik op een paar fraaie omslagen (en dat werkt bij mij altijd wel aardig). Het bleek ook nog te gaan om een scandinavische auteur, maar een voor mij onbekende: Mikkel Birkegaard.
Beide boeken direct meegenomen dus, en ook achter elkaar en in één ruk uitgelezen.
'Libri Di Luca' is het debuut van deze Deense schrijver. Hij schreef maar liefst vijf jaar aan zijn eerste thriller. De eerste week na verschijnen gingen meteen tienduizend exemplaren over de Deense toonbank.
"Libri di Luca, genoemd naar een boekhandel in Kopenhagen, begint met een verdacht sterfgeval. De eigenaar, Luca Campelli, van Italiaanse komaf, dondert tijdens het lezen van een boek over de balustrade. Zijn zoon Jon, een blitse advocaat, erft de zaak. Enkele dagen na de begrafenis wijdt Luca's knecht Iversen Jon in in de geheimen van het Bibliofielengenootschap, waarin Luca een belangrijke schakel vormde. De leden, Lettores genaamd, bezitten magische krachten. Maar de zender-Lettores, die door een tekst voor te lezen de gedachten van een toehoorder kunnen sturen, leven al jarenlang in onmin met de ontvangers, die rechtstreeks kunnen ingrijpen bij een lezer. De ene groep verwijt de andere achter een reeks aanslagen te zitten op vooraanstaande Lettores. Jon is als nieuwkomer de geknipte persoon om duidelijkheid te brengen. Hij krijgt daarbij de steun van Katherina, een jonge ontvanger, en Mohammed, een Turks-Deense computerfanaat."Echt een boek voor bibliofielen dus, waarin het op een zeker moment wel een beetje ongeloofwaardig begint te worden, maar wel tot op het laatst spannend blijft. Ook heeft het soms wel dezelfde lading als de Da Vinci-code.
Het tweede thriller van Birkegaard is 'Letter Voor Letter'. Ook hier een hoofdpersoon die iets met schrijven heeft, maar de setting en verhaallijn is compleet anders.
"Tot voor kort had ik alleen nog maar op papier mensen vermoord, luidt de openingszin van deze thriller uit Denemarken. Frank Føns, een 46-jarige redelijk succesvolle schrijver van horrorachtige misdaadromans, brengt zijn dagen door in een zomerhuisje in Sjaelland. Op een ochtend wordt hij gebeld door Werner van de politie van Kopenhagen (Werner geeft Frank bij het schrijven van zijn boeken informatie over politiezaken) met de mededeling 'Jouw lijk is opgedoken'. Er is een verminkt lijk van een vrouw gevonden net buiten de haven van Gilleleje, onder water vastgebonden met kettingen. Precies zoals een van de moorden uit Franks nieuwste boek, dat echter nog bij de drukker ligt. Er volgen meer moorden, een 'copycat' moordenaar doet een voor een de moorden uit Franks boeken na. Om de moordenaar te kunnen vinden moet Frank net zo gaan denken als hij."Deze roman vond ik nog spannender dan de eerste. Ik werd nog meer gegrepen en had de neiging om het boek absoluut niet weg te leggen. Wel een waarschuwing: het slot is wel voor mensen met een sterke maag...
Reserveer 'Libri Di Luca' in onze catalogus
Reserveer 'Letter Voor Letter'in onze catalogus
Gepost door
Erwin
Tags
Denemarken,
Erwin,
lezen,
scandinavische thriller
maandag 4 juli 2011
21 grams
Ik blogde al eerder over de bijzondere films van de Mexicaanse regisseur Alejandro González Iñárritu: Babel en The burning plain. Films die zich kenmerken door niet-chronologisch en in een hoog verteltempo verschillende verhaallijnen te verweven tot een slotmoment waarop alle puzzelstukjes in elkaar vallen. En dan wil je nog maar één ding: nog een keer kijken.
Mijn kennismaking met deze regisseur was de film 21 grams. Opletten vanaf de eerste minuut, dat is mijn tip. Maar dan krijg je ook wat! In dit geval is de rode draad een ernstig auto-ongeluk, veroorzaakt door een bekeerde ex-gevangene, waardoor een vrouw haar gezin verliest en een man een nieuw hart krijgt. Het lijkt alsof ik daarmee alles al verklap, maar dat valt mee. De film is rauw en hartverscheurend, waarbij er geen verschil is tussen goed of slecht en iedereen z'n eigen pijn en angsten op z'n eigen manier draagt of niet verdraagt.
De titel van de film verwijst naar het verhaal dat het lichaam op het moment van sterven 21 gram lichter zou worden. Wat verliezen we, de ziel of de laatste adem? En wat is eigenlijk het gewicht van liefde, van schuld of van wraak.
In de hoofdrollen schitteren drie bekende acteurs: Sean Penn, Naomi Watts en Benicio Del Toro. Alleen daarvoor al...
Reserveer in onze catalogus.
Mijn kennismaking met deze regisseur was de film 21 grams. Opletten vanaf de eerste minuut, dat is mijn tip. Maar dan krijg je ook wat! In dit geval is de rode draad een ernstig auto-ongeluk, veroorzaakt door een bekeerde ex-gevangene, waardoor een vrouw haar gezin verliest en een man een nieuw hart krijgt. Het lijkt alsof ik daarmee alles al verklap, maar dat valt mee. De film is rauw en hartverscheurend, waarbij er geen verschil is tussen goed of slecht en iedereen z'n eigen pijn en angsten op z'n eigen manier draagt of niet verdraagt.
De titel van de film verwijst naar het verhaal dat het lichaam op het moment van sterven 21 gram lichter zou worden. Wat verliezen we, de ziel of de laatste adem? En wat is eigenlijk het gewicht van liefde, van schuld of van wraak.
In de hoofdrollen schitteren drie bekende acteurs: Sean Penn, Naomi Watts en Benicio Del Toro. Alleen daarvoor al...
Reserveer in onze catalogus.
vrijdag 1 juli 2011
Buddy Miller's The Majestic Silver Strings
Zo. Na alle spanning van de afgelopen maand is het weer tijd voor muziek. Al een tijdje geleden verscheen een album waar ik al naar uitkeek: The Majestic Silver Strings, een project van Buddy Miller. In mijn jaarlijstje van 2 jaar geleden eindige de vorige plaat van Miller, samen met zijn vrouw Julie Miller, al vrij hoog. Dus mijn verwachtingen waren hoog gespannen.
"De titel van het album slaat op de muzikale ondersteuning die Miller krijgt van (andere) geweldige gitaristen: Bill Frisell (begenadigd jazzgitarist), Marc Ribot (alleskunner die al met zo ongeveer iedere grootheid speelde) en Greg Leisz (die alles bespeelt wat snaren heeft). Om alle muzikanten te noemen waarmee deze drie hebben gespeeld, is het ’t slimste om een compleet nieuwe website te beginnen, zo waanzinnig veel zijn dat er.
Ook aan dames komt op dit album een mooie keur voorbij: reken op de gouden stemmen van Patty Griffin, Shawn Colvin, Emmylou Harris en Lee Ann Womack. En natuurlijk mag die van echtgenote Julie ook niet ontbreken.
The Majestic Silver Strings kent zo qua stijlen meer variatie dan je normaal hoort op een album van Miller. Dat is natuurlijk logisch, aangezien hij nummers heeft geselecteerd uit zo’n brede ‘country-range’. En uiteraard zorgt de aanwezigheid van zo veel verschillend talent hier ook voor. Toch hoor je dat ieder individu zich erg thuisvoelt in dit collectief van klasse. En niet alleen hoor je dat het hier gaat om zo’n collectief van klassemuzikanten, ook voel je de liefde die ze hebben voor de muziek, door de uiterst respectvolle benadering van de originele nummers." (writteninmusic.com)
Dat klopt allemaal als een bus, die recensie. Maar tegelijk bekroop mij wel een gevoel dat ik niet helemaal kon thuisbrengen. Heeft dat te juist maken met die verschillende stijlen? Of met de constante afwisseling van snaarpartijen? Een beetje rommelig doet het soms aan, ik werd er af en toe een beetje onrustig van. Wat mij betreft haalt dit album niet het niveau van de vorige, maar bijzonder is het wel. En de moeite van het beluisteren zeker waar. En ook al strijden de gitaristen een beetje om de aandacht; ik schaar mij wel achter de opmerking op Muziekweb: "Geen muzikaal wedstrijdje ver plassen en dat is een hele geruststelling."
Waarvan akte.
Reserveer in onze catalogus
PS: excuses voor het feit dat dat binnen de bibliotheken als titel 'Heavy Gauge' wordt aangegeven; de cd-hoes lijkt op een pakje snaren, waarbij 'heavy gauge' iets zegt over de dikte... Niet de titel van het album dus.
"De titel van het album slaat op de muzikale ondersteuning die Miller krijgt van (andere) geweldige gitaristen: Bill Frisell (begenadigd jazzgitarist), Marc Ribot (alleskunner die al met zo ongeveer iedere grootheid speelde) en Greg Leisz (die alles bespeelt wat snaren heeft). Om alle muzikanten te noemen waarmee deze drie hebben gespeeld, is het ’t slimste om een compleet nieuwe website te beginnen, zo waanzinnig veel zijn dat er.
Ook aan dames komt op dit album een mooie keur voorbij: reken op de gouden stemmen van Patty Griffin, Shawn Colvin, Emmylou Harris en Lee Ann Womack. En natuurlijk mag die van echtgenote Julie ook niet ontbreken.
The Majestic Silver Strings kent zo qua stijlen meer variatie dan je normaal hoort op een album van Miller. Dat is natuurlijk logisch, aangezien hij nummers heeft geselecteerd uit zo’n brede ‘country-range’. En uiteraard zorgt de aanwezigheid van zo veel verschillend talent hier ook voor. Toch hoor je dat ieder individu zich erg thuisvoelt in dit collectief van klasse. En niet alleen hoor je dat het hier gaat om zo’n collectief van klassemuzikanten, ook voel je de liefde die ze hebben voor de muziek, door de uiterst respectvolle benadering van de originele nummers." (writteninmusic.com)
Dat klopt allemaal als een bus, die recensie. Maar tegelijk bekroop mij wel een gevoel dat ik niet helemaal kon thuisbrengen. Heeft dat te juist maken met die verschillende stijlen? Of met de constante afwisseling van snaarpartijen? Een beetje rommelig doet het soms aan, ik werd er af en toe een beetje onrustig van. Wat mij betreft haalt dit album niet het niveau van de vorige, maar bijzonder is het wel. En de moeite van het beluisteren zeker waar. En ook al strijden de gitaristen een beetje om de aandacht; ik schaar mij wel achter de opmerking op Muziekweb: "Geen muzikaal wedstrijdje ver plassen en dat is een hele geruststelling."
Waarvan akte.
Reserveer in onze catalogus
PS: excuses voor het feit dat dat binnen de bibliotheken als titel 'Heavy Gauge' wordt aangegeven; de cd-hoes lijkt op een pakje snaren, waarbij 'heavy gauge' iets zegt over de dikte... Niet de titel van het album dus.
woensdag 29 juni 2011
Kate Morton: Het geheim van de zusters
Vroeger keken wij naar de familie Bellamy. Dit was een serie die zich afspeelde in een Engels landhuis. Boven woonde de Britse upperclass familie, beneden was het domein van de bedienden. In het Engels heette de serie dan ook 'Upstairs, downstairs'. Afgelopen zaterdag startte de NCRV met de serie 'Downtown Abbey', die vorig jaar in Engeland een groot succes was. En dat heeft niet alleen te maken met de hang van de Engelsen naar hun eigen typische verleden, maar bovenal ook met de prachtige verfilming en goede acteer prestaties.
De oude Britse adel en het legertje bedienden dat nodig was om het duizelingwekkend intensieve huishouden met z'n eindeloze gekook, gepoets en gedraaf draaiende te houden vormen ook de basis voor de roman die de Australische Kate Morton (bekijk die website, die is al een roman op zich!) schreef over de bewoners van Riverton Manor: Het geheim van de zusters . Het verhaal wordt verteld door Grace Reeves, in eerste instantie dienstmeisje van de familie Hartford, later kamenier van de oudste dochter Hannah. Grace, 98 jaar oud, heeft een geheim en wordt geplaagd door schuldgevoelens. Ze voelt dat haar einde nadert en ze besluit haar verhaal op bandjes in te spreken voor haar kleinzoon, zodat ze haar geheim uiteindelijk niet meeneemt in haar graf. Voor ons een gegeven, voor een dienstmeisje van een adellijke familie onvergeeflijk, want een goede bediende is trouw en klapt nooit uit de school.
Maar het is geen 1924 meer en Grace wil de waarheid vertellen, aangespoord door het feit dat er film gemaakt wordt over de destijds veelbesproken gebeurtenis: de zelfmoord van de jonge dichter Robbie Hunter.
Het verhaal van Grace begint in 1914 aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog als ze als 14-jarig meisje aankomt op Riverton Manor. Ze beschrijft hoe haar leven in die begintijd uitzag. De verschillende bedienden die er zijn, de hiërarchie die onder de bedienden zo'n belangrijke rol speelt, de taken van een dienstmeisje, hoe je je onzichtbaar maakt in het bijzijn van de familie die je dient en ook dat die familie jou niet ziet staan, je aanwezigheid met een vanzelfsprekendheid ervaart als de gecapitonneerde bank die je dagelijks schuiert.
De Eerste Wereldoorlog verandert veel. Heel veel jonge mannen vertrekken, vol goede moed en met een hoofd vol heroische fantasieen, naar het front. Wij weten hoe dit is afgelopen. Velen kwamen om en zij die terugkwamen waren 'veranderd'. Voor de bewoners van Riverton Manor was dit niet anders. Allerlei moderniseringen doen hun intrede en nieuwe denkbeelden peuteren aan het klassenstelsel. Tegen deze achtergrond voltrekt zich het drama dat de levens van de betrokkenen voor altijd zal veranderen.
Kate Morton heeft een prachtig verhaal geschreven. Het is geen boek met veel actie, maar wel met heel veel sfeer en erg mooi geschreven.
Reserveer Het geheim van de zusters in onze catalogus
Reserveer Upstairs downstairs in onze catalogus
De oude Britse adel en het legertje bedienden dat nodig was om het duizelingwekkend intensieve huishouden met z'n eindeloze gekook, gepoets en gedraaf draaiende te houden vormen ook de basis voor de roman die de Australische Kate Morton (bekijk die website, die is al een roman op zich!) schreef over de bewoners van Riverton Manor: Het geheim van de zusters . Het verhaal wordt verteld door Grace Reeves, in eerste instantie dienstmeisje van de familie Hartford, later kamenier van de oudste dochter Hannah. Grace, 98 jaar oud, heeft een geheim en wordt geplaagd door schuldgevoelens. Ze voelt dat haar einde nadert en ze besluit haar verhaal op bandjes in te spreken voor haar kleinzoon, zodat ze haar geheim uiteindelijk niet meeneemt in haar graf. Voor ons een gegeven, voor een dienstmeisje van een adellijke familie onvergeeflijk, want een goede bediende is trouw en klapt nooit uit de school.
Maar het is geen 1924 meer en Grace wil de waarheid vertellen, aangespoord door het feit dat er film gemaakt wordt over de destijds veelbesproken gebeurtenis: de zelfmoord van de jonge dichter Robbie Hunter.
Het verhaal van Grace begint in 1914 aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog als ze als 14-jarig meisje aankomt op Riverton Manor. Ze beschrijft hoe haar leven in die begintijd uitzag. De verschillende bedienden die er zijn, de hiërarchie die onder de bedienden zo'n belangrijke rol speelt, de taken van een dienstmeisje, hoe je je onzichtbaar maakt in het bijzijn van de familie die je dient en ook dat die familie jou niet ziet staan, je aanwezigheid met een vanzelfsprekendheid ervaart als de gecapitonneerde bank die je dagelijks schuiert.
De Eerste Wereldoorlog verandert veel. Heel veel jonge mannen vertrekken, vol goede moed en met een hoofd vol heroische fantasieen, naar het front. Wij weten hoe dit is afgelopen. Velen kwamen om en zij die terugkwamen waren 'veranderd'. Voor de bewoners van Riverton Manor was dit niet anders. Allerlei moderniseringen doen hun intrede en nieuwe denkbeelden peuteren aan het klassenstelsel. Tegen deze achtergrond voltrekt zich het drama dat de levens van de betrokkenen voor altijd zal veranderen.
Kate Morton heeft een prachtig verhaal geschreven. Het is geen boek met veel actie, maar wel met heel veel sfeer en erg mooi geschreven.
Reserveer Het geheim van de zusters in onze catalogus
Reserveer Upstairs downstairs in onze catalogus
maandag 27 juni 2011
Kate Atkinson: Privédetective Jackson Brodie
Het is juni en dus nog steeds de Maand van het Spannende Boek! Vandaar mijn keus voor Kate Atkinson met haar serie over privédetective Jackson Brodie. Kate Atkinson heeft als literair schrijfster in Groot Brittannië al haar sporen verdiend: met haar eerste roman Achter de Schermen won ze in 1995 de prestigieuze Whitbread Book of the Year Award.
In 2004 schreef ze haar eerste Jackson Brodie boek Oude Zaken. Jackson Brodie is een privédetective in Edinburgh, Schotland. Als voormalig militair en politieman verdient hij nu zijn geld met onderzoek naar ontrouwe echtgenoten en het vinden van vermiste katten. Ondanks zijn ruige uiterlijk is hij een beetje een softie en heeft hij de neiging om de zwakken in de samenleving te hulp te komen.
De "literaire thriller" is een beetje een vage kwalificatie maar ik vind het op de Jackson Brodie boeken zeker van toepassing. Karakters worden goed uitgewerkt, verhaallijnen komen prachtig bij elkaar en de personages zijn levensecht. Verder is Atkinson niet vies van een beetje maatschappijkritiek en er zit ook nog de nodige humor in. Van de Jackson Brodie serie zijn nu 4 boeken verschenen: je kunt ze wel apart lezen maar het beste is om het toch in volgorde te doen. Beginnen dus met Oude Zaken, dan Een Goede Daad, Wachten op Goed Nieuws en tenslotte Vanochtend Vroeg Vertrokken.
De BBC heeft de eerste 3 boeken nu verfilmd met acteur Jason Isaacs in de hoofdrol (zie foto). Als je zoiets hebt van "waar ken ik die man toch van?": hij speelt de rol van Lucius Malfidus in de Harry Potter films. De serie is onder de naam "Case Histories" net uitgezonden op de BBC en het is briljant gedaan. Die gaan ze in Nederland ook nog wel uitzenden. Grappig detail: Jason Isaacs heeft, voordat er sprake was van deze rol, de Engelse luisterboeken van Jackson Brodie ingesproken. Ook grappig: Jackson Brodie heeft zijn eigen twitteraccount. Volg de overpeinzingen van deze sympathieke privédetective: ik ben al een fan!
Reserveer Oude Zaken, Een Goede Daad, Wachten op Goed Nieuws en Vanochtend Vroeg Vertrokken in onze catalogus.
zaterdag 25 juni 2011
Diepere lagen - Bart Chabot
Druktemaker, dichter, performer Bart Chabot met zijn snelle en drukke manier van praten, vol grootse gebaren heeft een forse brughoektumor in zijn hoofd. Een wat??? Dit verzint zelfs iemand als Chabot niet als grap. Het gaat weliswaar om een goedaardige tumor, maar evenzogoed was het vreselijk nieuws voor hem en zijn gezin.
Over de aanloop naar de diagnose en zijn ervaringen daarna beschreef Bart Chabot in columns in het Algemeen Dagblad. Deze columns zijn op de website van de Hersenstichting terug te lezen.
In februari 2011 verscheen zijn boek Diepere lagen over zijn ervaring met leven met een hersentumor en de turbobestraling.
Van de achterflap
Vlak voor zijn vakantie ondervindt Bart Chabot de eerste, op het oog onschuldige verschijnselen van wat een paar weken later wordt ontdekt: een forse brughoektumor vlak bij zijn hersenstam. Samen met zijn vrouw belandt hij in de medische molen en het is aan hem om een keuze te maken voor de beste behandelmethode. De eenmalige intensieve bestraling die hij kiest, bezorgt hem een enorme dreun.
Het is een ontroerend én humoristisch boek geworden. Vrijwel overal ziet hij de humor van in. Zijn beschrijving van de taferelen in de wachtkamer bij de dokter is hilarisch. De scene waarin een stalen frame aan zijn hoofd wordt bevestigd vond ik grappig maar tegelijkertijd ook heel benauwend. De lichamelijke ongemakken, zoals zijn linkeroog dat niet meer open wil. Zijn jongste zoons die geinen dat ze nu mooi met hem langs de deuren kunnen gaan voor Halloween.
Chabot zwelgt niet in zelfmedelijden maar laat zich ook als kwetsbare man zien, die vindt dat de tumor hoe dan ook gestopt moet worden. Zijn vrouw en kinderen kunnen hem nog niet missen. Helaas heeft het nog (nog) geen happy end. Pas in oktober 2012 wordt duidelijk of de behandeling afdoende is geweest.
Chabot wilde geen “huilie-huilieverhaal” schrijven. Wat mij betreft is hij daarin uitstekend geslaagd.
Reserveer in onze catalogus
Gepost door
Diane
Tags
Bart Chabot,
Diane,
kanker,
lezen
donderdag 23 juni 2011
Tomas Ross over Joop van den Broek
Tijdens de maand van het spannende boek schrijven bekende thrillerauteurs een gastrecensie op ons Bieblog. Vandaag de laatste in deze spannende serie: Tomas Ross over Parels voor Nadra van Joop van den Broek.
Bijna niemand kent zijn naam nog in het hedendaags thrillergeweld waarin namen opduikelen, draaien en verdwijnen als in een op hol geslagen carrousel.
Alwéér vergeten. Twee keer. Kan ’t erger voor een auteur? Een auteur die niet alleen als elke auteur, dacht dat ie de beste was maar ’t ook ’t wérkelijk was. Al meteen in l952 toen hij als jong journalist met dat Parels voor Nadra meedeed aan een prijsvraag van uitgeverij Bruna en ‘m glansrijk won. En wat mij betreft zou ie er met terugwerkende kracht postuum alsnog de Strop voor moeten krijgen want zelfs nu nog, bijna zestig jaar later, steekt die roman huizenhoog uit boven al die andere genomineerde thrillers.
Parels voor Nadra is namelijk een thriller zoals een thriller moet zijn: méér dan alleen een spannend verhaal. Waar het in Nederland zo vreselijk aan mankeerde, en opnieuw mankeert. Mijn frustratie na in de jaren tachtig het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs, die Gouden Strop, de Schaduwprijs en de Maand van het Spannende Boek in het leven te hebben geroepen: afgezien van een enkeling zijn we in die 25 jaar sindsdien geen sodemieter opgeschoten. Waar we in die jaren vijftig nog enigszins begrijpelijk in die tijd “ontspannende detectiefjes” schreven, “Inspecteur Snuf zoekt ’t uit” , beleven we nu al weer jaren een hausse aan cliché strand- en vliegtuigboekjes die ’t vooral moeten hebben van Vreemdgaan in de Vinexwijk: flinterdunne intriges in eigentijds Hollandse binnenhuisjes. Eigentijds dan de overdosis seks want verder is ’t Agatha Christie op haar slechtst. Wat mijn medestanders en ik toen wilden was om de Nederlandse thriller nou eindelijk eens op te krikken naar een volwaardige roman die niet alleen maar spannend is maar ook – hoor mij! - een weerslag biedt van de maatschappij. Zeg wat Amerikaanse auteurs als Dashiell Hammett en Raymond Chandler in de jaren dertig al deden en Sjöwall en Wahlöö in de jaren zestig en zeventig. En waarvan Maarten ’t Hart ooit zei dat ie er meer van opstak dan van een sociologische verhandeling of een psychologisch handboek. Wat je dus werkelijk een “literaire thriller” zou noemen. Patricia Highsmith deed het, John Le Carré…maar wij? Ja, eentje dus, Joop van den Broek met Parels voor Nadra. En al was hij al bijna vergeten, zo moest het … spannend, kritisch, geëngageerd.
De Parels maken deel uit van diamanten en juwelen van Nederlanders die tijdens de bezetting van Nederlands-Indië door de Jappen in beslag waren genomen, geroofd dus, en in pandjeshuizen waren opgeslagen. Direct na de Japanse capitulatie in augustus 1945, laat de Japanse officier Hiroshi Nakamura het centrale pandhuis in Batavia (Djakarta) leeghalen. Het is de periode in Nederlands-Indië waarin Soekarno zijn kans schoon ziet om het Nederlands koloniaal bewind omver te gooien, een periode die je heel kort kunnen samenvatten met vijf C’s : Chaos, Corruptie, Chantage, Criminaliteit en Connecties. Daarover moest je toen in Nederland niet schrijven, fanaat als we waren om Indië te behouden en als bekend twee “rechtvaardige” oorlogen, de politionele acties, voerden om de “peloppers” eronder te houden. Van den Broek deed het wel. Hij is bij mijn beste weten de eerste die in spannende fictie die vijf C’s aan de kaak stelt, een soort Multatuli van de vaderlandse misdaadliteratuur. Wat toen, in 1952, niet alleen ongehoord was voor een detectiefjesschrijver maar voor elke andere auteur: want in die zinderende spannende zinnen en alinea’s komt overduidelijk naar voren dat die corruptie, chantage en connecties vooral ook voor de Nederlanders gold, en dan in het bijzonder de militairen die na die oorlog rustig – de zesde C – collaboreerden met de nog aanwezige Japanners die ondanks die capitulatie samenwerkten met Soekarno om de Hollanders te verdrijven.. en natuurlijk ook om het eigen gewin, in casu die miljoenen aan geroofde juwelen van tienduizenden Nederlandse mannen en vrouwen in de Jappenkampen. Even een ander thema/plot dus voor een thriller dan een eetclub in Bergen-binnen.
Van der Broek pakt het heerlijk aan, soepel, jaloers makend simpel: zijn vaste hoofdpersoon, de Nederlandse persfotograaf Lex van der Tuyn Walema heeft tijdens een receptie van hotemetoten daar in Batavia een mooie Indische vrouw (Nadra) gefotografeerd met een parelketting om haar hals die hij in zijn donkere kamer verbijsterd herkent als het eigendom van zijn moeder. En dan suizen we een verhaal binnen dat niet meer stilstaat, steeds achter Van der Tuyn aan om ’t ook simpel te houden want leg ’t het maar eens uit aan de onwetende lezer, die chaos toen in Indië, de verhoudingen, de politieke en militaire strubbelingen, het smerige spel achter de schermen. Nooit duidelijker gemaakt dan door Van den Broek. En tegelijkertijd schetst hij de sfeer uit die dagen, de omgeving, de mensen, landschap, straten, cafeetjes, feesten op een manier die geen journalist, antropoloog of de Lonely Planet ooit heeft verbeterd:
Ondanks het aanvankelijk succes bleek het toch “te moeilijk” voor de doorsnee-lezer, zoals zo vaak; van der Broek schreef wel in hoog tempo door maar moest opboksen tegen formule-auteurs als Martin Mons, Van Eemlandt en vooral Havank en wat later Baantjer. Gefrustreerd zwijgt hij tien jaar maar komt dan dus terug met dat Heimwee naar Indië – mooi toeval dat ik juist toen debuteerde met mijn eerste, ook al in Indonesië spelende roman De Honden van Verraad waar hij me enthousiast over opbelde en ik hem mocht vertellen in ’t krijt te staan vanwege zijn “Parels”. Heilig geloofde hij aan te kunnen haken bij onze generatie die in zijn voetspoor die “maatschappelijk geëngageerde thrillers” ging schrijven – Koos van Zomeren, Jef Geeraerts, Gerben Hellinga b.v. – maar stopt al drie jaar later weer, opnieuw gefrustreerd door het uitblijven van vooral commercieel succes, ondanks prachtige romans als Afrekening in Paramaribo en De Gouden Strop. Net te vroeg dus om die Strop ooit zelf te winnen. Die ik overigens Parels voor Nadra had willen noemen, en vandaar dat hij zo glom toen ik hem dat vertelde.
Tomas Ross
Tomas Ross (1944) is al meer dan dertig jaar een van de meest toonaangevende thrillerauteurs in ons land. Hij is de Godfather van de Nederlandse faction; in zijn spannende en gedurfde thrillers balanceert hij op de scheidslijn tussen feit en fictie.
Hij won driemaal De Gouden Strop – voor zijn thrillers Bèta, Koerier voor Sarajevo en
De Zesde Mei.
Reserveer De parels van Nadra in onze catalogus
Tomas Ross in onze catalogus
Kijk ook op www.tomasross.nl
Bijna niemand kent zijn naam nog in het hedendaags thrillergeweld waarin namen opduikelen, draaien en verdwijnen als in een op hol geslagen carrousel.
“De Bamboe-club draaide als een carrousel en het enige, wat ik daarbij denken kon, was dat het een nogal dure draai was van acht rupiah voor een glas whisky-soda”.Zo begint Parels voor Nadra uit 1952 van Joop van den Broek (1926-1997) dat je hooguit nog in een verregende doos vindt op het Waterlooplein. Het leven van de auteur eindigde al even navenant treurig. En nóg treuriger zou ie het vinden dat er jaarlijks nu al vijfentwintig jaar een avond van hotemetoten onder die ridicule benaming “Power of Plots” wordt georganiseerd waarop de Gouden Strop wordt uitgereikt, de prijs voor de huidige beste Nederlandstalige misdaadroman van het afgelopen jaar. Hij, toenmalig Nestor van de vaderlandse thriller, glom als die parels voor Nadra toen ik ’t hem in l985 vertelde: “Joop, we gaan die prijs naar een boek van je vernoemen.” Nog maar vijf jaar tevoren had hij zijn comeback gemaakt met het bejubelde Heimwee naar Indië. Zou ’t er toch nog van komen? Erkenning, roem, verkoopcijfers? Twaalf jaar en slechts drie romans later overleed hij , 72 jaar oud, verbitterd en vergeten. Verbitterd omdat ie alweer vergeten was, aan de drank omdat ie verbitterd was, dood omdat ie aan de drank was.
Alwéér vergeten. Twee keer. Kan ’t erger voor een auteur? Een auteur die niet alleen als elke auteur, dacht dat ie de beste was maar ’t ook ’t wérkelijk was. Al meteen in l952 toen hij als jong journalist met dat Parels voor Nadra meedeed aan een prijsvraag van uitgeverij Bruna en ‘m glansrijk won. En wat mij betreft zou ie er met terugwerkende kracht postuum alsnog de Strop voor moeten krijgen want zelfs nu nog, bijna zestig jaar later, steekt die roman huizenhoog uit boven al die andere genomineerde thrillers.
Parels voor Nadra is namelijk een thriller zoals een thriller moet zijn: méér dan alleen een spannend verhaal. Waar het in Nederland zo vreselijk aan mankeerde, en opnieuw mankeert. Mijn frustratie na in de jaren tachtig het Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs, die Gouden Strop, de Schaduwprijs en de Maand van het Spannende Boek in het leven te hebben geroepen: afgezien van een enkeling zijn we in die 25 jaar sindsdien geen sodemieter opgeschoten. Waar we in die jaren vijftig nog enigszins begrijpelijk in die tijd “ontspannende detectiefjes” schreven, “Inspecteur Snuf zoekt ’t uit” , beleven we nu al weer jaren een hausse aan cliché strand- en vliegtuigboekjes die ’t vooral moeten hebben van Vreemdgaan in de Vinexwijk: flinterdunne intriges in eigentijds Hollandse binnenhuisjes. Eigentijds dan de overdosis seks want verder is ’t Agatha Christie op haar slechtst. Wat mijn medestanders en ik toen wilden was om de Nederlandse thriller nou eindelijk eens op te krikken naar een volwaardige roman die niet alleen maar spannend is maar ook – hoor mij! - een weerslag biedt van de maatschappij. Zeg wat Amerikaanse auteurs als Dashiell Hammett en Raymond Chandler in de jaren dertig al deden en Sjöwall en Wahlöö in de jaren zestig en zeventig. En waarvan Maarten ’t Hart ooit zei dat ie er meer van opstak dan van een sociologische verhandeling of een psychologisch handboek. Wat je dus werkelijk een “literaire thriller” zou noemen. Patricia Highsmith deed het, John Le Carré…maar wij? Ja, eentje dus, Joop van den Broek met Parels voor Nadra. En al was hij al bijna vergeten, zo moest het … spannend, kritisch, geëngageerd.
De Parels maken deel uit van diamanten en juwelen van Nederlanders die tijdens de bezetting van Nederlands-Indië door de Jappen in beslag waren genomen, geroofd dus, en in pandjeshuizen waren opgeslagen. Direct na de Japanse capitulatie in augustus 1945, laat de Japanse officier Hiroshi Nakamura het centrale pandhuis in Batavia (Djakarta) leeghalen. Het is de periode in Nederlands-Indië waarin Soekarno zijn kans schoon ziet om het Nederlands koloniaal bewind omver te gooien, een periode die je heel kort kunnen samenvatten met vijf C’s : Chaos, Corruptie, Chantage, Criminaliteit en Connecties. Daarover moest je toen in Nederland niet schrijven, fanaat als we waren om Indië te behouden en als bekend twee “rechtvaardige” oorlogen, de politionele acties, voerden om de “peloppers” eronder te houden. Van den Broek deed het wel. Hij is bij mijn beste weten de eerste die in spannende fictie die vijf C’s aan de kaak stelt, een soort Multatuli van de vaderlandse misdaadliteratuur. Wat toen, in 1952, niet alleen ongehoord was voor een detectiefjesschrijver maar voor elke andere auteur: want in die zinderende spannende zinnen en alinea’s komt overduidelijk naar voren dat die corruptie, chantage en connecties vooral ook voor de Nederlanders gold, en dan in het bijzonder de militairen die na die oorlog rustig – de zesde C – collaboreerden met de nog aanwezige Japanners die ondanks die capitulatie samenwerkten met Soekarno om de Hollanders te verdrijven.. en natuurlijk ook om het eigen gewin, in casu die miljoenen aan geroofde juwelen van tienduizenden Nederlandse mannen en vrouwen in de Jappenkampen. Even een ander thema/plot dus voor een thriller dan een eetclub in Bergen-binnen.
Van der Broek pakt het heerlijk aan, soepel, jaloers makend simpel: zijn vaste hoofdpersoon, de Nederlandse persfotograaf Lex van der Tuyn Walema heeft tijdens een receptie van hotemetoten daar in Batavia een mooie Indische vrouw (Nadra) gefotografeerd met een parelketting om haar hals die hij in zijn donkere kamer verbijsterd herkent als het eigendom van zijn moeder. En dan suizen we een verhaal binnen dat niet meer stilstaat, steeds achter Van der Tuyn aan om ’t ook simpel te houden want leg ’t het maar eens uit aan de onwetende lezer, die chaos toen in Indië, de verhoudingen, de politieke en militaire strubbelingen, het smerige spel achter de schermen. Nooit duidelijker gemaakt dan door Van den Broek. En tegelijkertijd schetst hij de sfeer uit die dagen, de omgeving, de mensen, landschap, straten, cafeetjes, feesten op een manier die geen journalist, antropoloog of de Lonely Planet ooit heeft verbeterd:
“Molenvliet is de enigszins overdreven sloot, die het centrum van Djakarta verbindt met de benedenstad. Weemoedig-slissende juffrouwen vertellen, dat hier nog het echte Oosterse leven te zien is, maar wat mij betreft zijn ze fout tot in het kwadraat. Wat hier te zien is is dat Oosten dat nooit de kans heeft gekregen. O ja, het is schilderachtig. Maar rot. In het geel-bruine water, tussen die twee drukke verkeerswegen van Molenvliet, is de badkamer en de w.c. van talloze Indonesiërs. Ze baden er, ze doen er hun behoefte in en even zo vrolijk poetsen ze met hetzelfde water hun tanden. Bezwete betjak-mannen draaien hun voertuigjes bij langs de kant. Ze kijken even naar de drukte, daar beneden in het kanaaltje, en kleden zich dan langzaam uit. Ze baden. Lachend met al hun tanden bloot zwemmen ze langs de vrouwen, die hun was wit staan te beuken op de stenen. En stiekem kijken ze naar het meisje, dat zedig, met sarong en al, het water ingaat, onder water die sarong uitdoet en dan ronddrijft, de rijpe borsten glanzend van kristallen druppels. Altijd is dit anders en altijd gelijk.”Je ziet het, je hoort het, je ruikt het, je bént er. Van den Broek wás er als jong journalist, niets verzonnen, de feiten, de nooit verklaarde feiten, als uitgangspunt genomen voor een roman die juist daarom ook zo spannend is: authentiek, echt gebeurd. Briljante factie, waarmee hij last genoeg kreeg, en niet alleen vanwege dat gedurfde thema maar ook vanwege de toentertijd ongekende, en dus shockerende “ harde” verteltrant, ja ook seks-scenes maar stukken mooier dan in al die eigentijdse formule-boekjes.
Ondanks het aanvankelijk succes bleek het toch “te moeilijk” voor de doorsnee-lezer, zoals zo vaak; van der Broek schreef wel in hoog tempo door maar moest opboksen tegen formule-auteurs als Martin Mons, Van Eemlandt en vooral Havank en wat later Baantjer. Gefrustreerd zwijgt hij tien jaar maar komt dan dus terug met dat Heimwee naar Indië – mooi toeval dat ik juist toen debuteerde met mijn eerste, ook al in Indonesië spelende roman De Honden van Verraad waar hij me enthousiast over opbelde en ik hem mocht vertellen in ’t krijt te staan vanwege zijn “Parels”. Heilig geloofde hij aan te kunnen haken bij onze generatie die in zijn voetspoor die “maatschappelijk geëngageerde thrillers” ging schrijven – Koos van Zomeren, Jef Geeraerts, Gerben Hellinga b.v. – maar stopt al drie jaar later weer, opnieuw gefrustreerd door het uitblijven van vooral commercieel succes, ondanks prachtige romans als Afrekening in Paramaribo en De Gouden Strop. Net te vroeg dus om die Strop ooit zelf te winnen. Die ik overigens Parels voor Nadra had willen noemen, en vandaar dat hij zo glom toen ik hem dat vertelde.
Tomas Ross
Het diner na afloop van de eerste Gouden Strop 1986 v.l.n.r. Tomas Ross, Joop van den Broek, Jef Geeraerts (foto: Diny van de Manakker) |
Tomas Ross (1944) is al meer dan dertig jaar een van de meest toonaangevende thrillerauteurs in ons land. Hij is de Godfather van de Nederlandse faction; in zijn spannende en gedurfde thrillers balanceert hij op de scheidslijn tussen feit en fictie.
Hij won driemaal De Gouden Strop – voor zijn thrillers Bèta, Koerier voor Sarajevo en
De Zesde Mei.
Reserveer De parels van Nadra in onze catalogus
Tomas Ross in onze catalogus
Kijk ook op www.tomasross.nl
Gepost door
Redactie Bieblog Hengelo
Tags
gastauteurs,
lezen,
Maand van het spannende boek,
thriller
maandag 20 juni 2011
Le fils
Sommige films vallen op door hun verhaal of door de acteerprestaties, anderen vallen op doordat er gewoon iets bijzonders aan is dat je niet helemaal kunt duiden. Le fils, van de Belgische gebroeders Jean-Pierre en Luc Dardenne, is voor mij zo'n film.
Het verhaal gaat over Olivier, een introverte timmerman, die een aantal leerlingen in zijn werkplaats begeleidt. Hij leeft kennelijk gescheiden van zijn vrouw Magali en zij lijken iets pijnlijks met zich mee te dragen. Op een dag verschijnt de nieuwe leerling Francis, een zestienjarige ietwat mysterieuze jongen. Olivier is niet alleen opvallend in hem geïnteresseerd, hij volgt hem ook overal. Dat levert een onderhuidse spanning op, versterkt door de manier van filmen. Want de camera lijkt op de rug van Olivier te zitten, we kijken constant over zijn schouder mee.
Pas aan het eind ontvouwt zich het drama en blijkt waarom die Francis zo nauw verbonden is met deze man en vrouw. Helaas staat dat ook in de titelbeschrijving vermeld, dus die zou ik niet lezen.
De film bevat van die typisch Belgische grijsheid in omgeving en weer, geeft je een intense beleving van cinema en laat je toch wel met een soort van schok achter. Dit had ook heel anders kunnen aflopen. En hoe moet het nu verder... Mooi als je dat als filmmaker kunt bereiken.
Reserveer in onze catalogus.
Het verhaal gaat over Olivier, een introverte timmerman, die een aantal leerlingen in zijn werkplaats begeleidt. Hij leeft kennelijk gescheiden van zijn vrouw Magali en zij lijken iets pijnlijks met zich mee te dragen. Op een dag verschijnt de nieuwe leerling Francis, een zestienjarige ietwat mysterieuze jongen. Olivier is niet alleen opvallend in hem geïnteresseerd, hij volgt hem ook overal. Dat levert een onderhuidse spanning op, versterkt door de manier van filmen. Want de camera lijkt op de rug van Olivier te zitten, we kijken constant over zijn schouder mee.
Pas aan het eind ontvouwt zich het drama en blijkt waarom die Francis zo nauw verbonden is met deze man en vrouw. Helaas staat dat ook in de titelbeschrijving vermeld, dus die zou ik niet lezen.
De film bevat van die typisch Belgische grijsheid in omgeving en weer, geeft je een intense beleving van cinema en laat je toch wel met een soort van schok achter. Dit had ook heel anders kunnen aflopen. En hoe moet het nu verder... Mooi als je dat als filmmaker kunt bereiken.
Reserveer in onze catalogus.
Gepost door
Astrid
Tags
Astrid,
dood,
Jean-Pierre en Luc Dardenne,
kijken,
misdaad
Abonneren op:
Posts (Atom)