In Tao van Poeh laat Benjamin Hoff zien dat Poeh eigenlijk een Taoïst pur sang is. Hij neemt je aan de hand door een paar gebeurtenissen uit de verhalen van Poeh en legt uit wat daar zo Taoïstisch aan is. En waarom juist Poeh 'zo'n soort van beer is', en niet Schrandere Konijn, Geleerde Uil, Paniekerige Knorretje of Beterweter Iejoor. Je leert over loslaten, zien wat er werkelijk is, niet te moeilijk doen en vooral over het Grote Niets.
Laten we eens stilstaan bij Leegte in het algemeen. Hoe komt het dat een landschap van een Taoïstische schilder voor de meest uiteenlopende mensen zoiets verfrissends heeft? Door de Leegte, de ruimte die niet is opgevuld. En waarom hebben pasgevallen sneeuw, zuivere lucht, helder water dat ook? En goede muziek? Zoals Claude Debussy het uitdrukte: "Muziek is de ruimte tussen de noten."
[...]
Leegte haalt de bezem door een geest vol troep en laadt de batterijen van de spirituele energie weer op. Toch zijn veel mensen bang voor Leegte, omdat het ze doet denken aan Eenzaamheid. Alles moet worden in- en opgevuld, lijkt het wel - agenda's, mooie plekjes, onbebouwde terreinen - maar als al die ruimte is opgevuld, begint de Eenzaamheid pas écht. Dan gaat er in een Groep gezeten worden, gaat er ingeschreven worden voor Cursussen en gaan er Gun-Jezelf-Een-Beetje-Luxe-spullen worden aangeschaft. Als de Eenzaamheid het huis binnensluipt, wordt de Televisie aangezet om te zorgen dat hij weggaat. Maar hij gaat niet. Dus doen sommigen van óns dat maar, en nadat we de leegte van de Grote Overladen Troep achter ons hebben gelaten, ontdekken we de volheid van het Niets.
En daarom hou ik van Poeh. En steeds meer van het Niets. Omdat er namelijk - ondanks de leegte - altijd wel wat te (glim)lachen valt.
Reserveer nu in onze catalogus.