Al eerder schreef ik over een boek van Marcelo Figueras, namelijk over 'Kamtsjatka'. Daarin schreef ik over die dikke pil die me lag aan te grijnzen in de boekhandel en die we inmiddels ook in de bibliotheek hadden. Nu zit ik doorgaans niet verlegen om boeken, maar ik loop wel eens langs al die schappen in de bieb en telkens zag ik dat, mijns inziens, aantrekkelijke boek in de kast staan. Gewoon, rug aan rug, tussen al die andere boeken. Waarom staat zo'n boek dat bijna staat te schreeuwen: neem me mee, neem me mee voortdurend in de kast? Ben ik dan de enige die er de aantrekkelijkheid in ziet? Je begrijpt natuurlijk dat ik dit boek inmiddels onder mijn hoede heb genomen en, dat kan ik je ook vertellen, het voorlopig nog niet los laat.
In diezelfde tijd als 'Kamtsjatka' gaf ik een vriendin 'Het lied van leven en dood' cadeau. Het toeval wilde dat wij onze zomervakantie met onze gezinnen samen doorbrachten en deze vriendin zich op tijd en plaats stilletjes terugtrok met dit boek. Natuurlijk brandde ik van nieuwsgierigheid of ze het mooi vond. Dat ging ongeveer als volgt. Eerst merkte ik op dat ze het aan het lezen was, toen vroeg ik hoe ze het vond en kreeg ik een wat terughoudend antwoord. Ongeveer op een derde van het boek vroeg ik het nogmaals en toen kreeg ik als antwoord dat het echt een boek voor mij was. Vind ik persoonlijk een antwoord in de diplomatieke sfeer. Daarna ging het hard en kwam ze uiteindelijk nauwelijks meer los van haar boek.
En dat is precies hoe ik dit boek ervaren heb. Ik moest een beetje op gang komen, want het boek is geschreven in de derde persoon, met een zogenaamde alwetende verteller die zich op tijd en plaats ook rechtstreeks tot jou als lezer richt en die daardoor in staat is wat meer algemene beschouwingen over de lezer uit te storten. Figueras is een echte verteller, een verhalenverteller, dus vervelen doet het me niet gauw, maar het verhaal schort er soms wel door op. Maar wees gerust al deze kleine 'sprookjes' dienen altijd een doel.
Het verhaal speelt in de uithoeken van Argentinie. De dictatuur is voorbij, maar zit nog in het geheugen van de mensen gegrift. Daar in het verre Patagonië trekt een bonte stoet aan personages aan je voorbij. Geweldige karakters die je meeslepen in het verhaal van de 'reus'Teo' (hij is wel 2.25 m!) en de getraumatiseerde Pat en haar dochtertje Miranda. Je voelt, en eigenlijk weet je ook, al die bladzijden lang, dat het leven waar Pat voor gekozen heeft moeilijk vol te houden kan zijn. Een belangrijk thema in Figueras’ boek is dat de handeling van de ene altijd consequenties heeft voor de ander, hoe intens je ook probeert jezelf van de buitenwereld te isoleren, en dat je het verleden niet kunt negeren. En dan in die prachtige zinnen, fantasievol, licht, humoristisch en treurig, beklemmend en tragisch. Het is een wonder dat Figueras zoveel schoonheid weet te creëren uit zo’n duistere periode in de Argentijnse geschiedenis.
Dit boek is een echte! aanrader. En twijfel je in het begin nog... dóórlezen. Je inspanning wordt, meer dan je kunt bedenken, beloond.