Bibliotheek Hengelo blogt Top 90: 1999-2008
Het huis van de moskee is het laatste boek uit deze Top 90 dat ik las. Het beschrijft de wederwaardigheden van de grote familie van de Iraanse tapijthandelaar Aga Djan, die het huis van de moskee bewoont, tegen de achtergrond van de islamitische revolutie in 1979. Het is het boek dat Kader Abdolah bekend heeft gemaakt bij het grote publiek.
Los van alle publiciteit ben ik het vooral gaan lezen, omdat ik benieuwd was naar Abdolah's schrijfstijl. Ik zag ooit een interview met hem waarin hij vertelde over zijn tijd als asielzoeker in Nederland. Hij wist als geen ander hoe belangrijk de taal is als je je ergens thuis wilt voelen, als je mee wilt doen. Dus ging hij naar de bibliotheek en vroeg aan een medewerker 'een goed boek om het Nederlands te leren'. Hij kwam thuis met Jip en Janneke. En zo heeft hij zichzelf, door het lezen en lezen en lezen van Annie M.G. Schmidt, onze taal aangeleerd. Ik vond dat iemand, die zo met taal bezig is en aan de hand van Jip en Janneke in het Nederlands is gaan schrijven, het verdiende om te worden gelezen.
En ik werd niet teleurgesteld. Abdolah is een vertelkunstenaar. Het verhaal van Iran, door de ogen van een jonge schrijver, die uiteindelijk als vluchteling in een land van tulpen terechtkomt, is een aangrijpende en persoonlijke vertelling. En het Nederlands van Abdolah voelde voor mij net zo warm als het Vlaamse taalbad van een Moeyaert of een Hemmerechts.
Het boek inspireerde zelfs theatermaker René Groothof tot een voorstelling voor kinderen vanaf 10 jaar. Ambitieus, dat zeker, maar mooi gedaan. Ik was wel blij dat ik het boek al had gelezen toen ik die zag, want het gegeven van deze familiegeschiedenis is als basis voor een familievoorstelling misschien net iets te complex.
Reserveer in onze catalogus