Harm de Jonge is zo'n schrijver. Het eerste boek dat ik van hem las was Josja Pruis. In 2007 bekroond met de Woutertje Pieterse Prijs en genomineerd voor de Gouden Uil. Een wonderlijk boek, dat je leest - weglegt - en herleest.
Josja Pruis is een wat vreemde jongen. Een jongen waar iedereen graag bevriend mee wil zijn, uit nieuwsgierigheid vooral, maar waar ze ook een beetje bang voor zijn. Zelfs de leraren van de school. Zo plotseling als Josja in het kleine vissersdorp verscheen, zo snel is hij - na een wonderlijk incident - ook weer verdwenen. Zijn twee beste vrienden blijven achter met Josja's dagboek en koetseren daarmee zijn geheim.
Het verhaal is geschreven vanuit drie perspectieven:
- het nu, waarin de vrienden terugkijken op de tijd met Josja
- het verleden, toen Josja er was
- en er wordt geciteerd uit het Rode Marmerboek, het dagboek van Josja
Een gewaagde vorm. Maar juist dat maakt het volgens mij een perfect boek om cadeau te doen aan jonge leesbeesten, om samen te lezen of om voor te lezen (in de klas). En het verhaal leent zich uitstekend om over na te praten en om te onderzoeken.
Over de schoonheid van dit boek zei de jury:
We vielen alle vier voor hetzelfde boek. Een puur boek waarin de kwaliteiten die we zo graag aanwezig willen zien in een kinderboek op een wonderlijke manier samenkomen. Een boek dat de jonge lezer serieus neemt en dat hij nooit meer zal vergeten. Het verhaal is gecomponeerd als een symfonie. De woorden kunnen kabbelen als golven, of brullen als de branding. Verteld in een taal die sober is en kaal, maar zo effectief, zo direct en vooral zo ...vanuit het kind geschreven. Knap van compositie, prachtig van taal en met een verhaal dat duurzaam is en je niet meer loslaat.Tja, daar heb ik niks meer aan toe te voegen.
Reserveer in onze catalogus