Het ging mentaal niet zo goed met Jules Evans op de universiteit: hij had last van paniekaanvallen, leed aan een sociale fobie, depressieve gevoelens en posttraumatische stressstoornis. Maar hij studeerde af met goede cijfers en om dat heugelijke feit te vieren kreeg hij een zenuwinzinking.
Maar met behulp van cognitieve gedragstherapie wist hij zijn angsten te overwinnen. De ideeën van de therapie deden hem sterk denken aan de oude klassieke filosofen en dit was voor hem de aanleiding om zich in Filosofie voor het leven te verdiepen in wat de wijsbegeerte uit de klassiek oudheid ons te bieden heeft. En dat is verrassend veel...