De woorden ‘zo mooi anders’ zijn de titel van het hele gedichtenprentenboek van Lemniscaat (2015). Ze komen uit een liefdesgedicht van Hans Andreus. Het grote, dunne, kleurrijke boek valt er, midden in het boek, bij open.
Op twee groenblauwe, krijtachtige bloemen heeft Mies van Hout twee rode, rupsachtige, vierkante diertjes geschilderd met grote witte voelsprieten. Het ene rupsje heeft de ogen gesloten, bij het andere zijn ze wijd open. Wie van beide zou de liefdevolle tekst uitspreken, die begint met ‘Zie je, ik hou van je’?