Eva is 12 jaar, en moet een werkstuk schrijven over een onderwerp waar ze meer van wil weten. Eva piekert en piekert, maar komt er niet uit: waar wil ze nou écht meer van weten? Totdat ze denkt: mijn vader! Ze weet heel weinig van haar vader, heeft hem nog nooit gezien. En als haar moeder het over hem heeft is dat altijd negatief, ze noemt hem ‘die vent’. Eva heeft vroeger zelfs gedacht dat hij zo heette: Dievent.