Ik heb blijkbaar een voorkeur voor Italiaanse schrijvers die de Premio Strega winnen. En de 26-jarige Paolo Giordano is met zijn boek De eenzaamheid van de priemgetallen ook nog eens de jongste Premio Strega-winnaar aller tijden!
Het verhaal pakte mij vanaf het begin.
De briljante Mattia schaamt zich voor zijn achterlijke tweelingzusje Michela. Onderweg naar een verjaardagsfeestje liet hij dat lastige zusje eventjes achter op een bank in het park. Ze is nooit teruggevonden.
Alice wordt door haar vader gedwongen te skiƫn. Zijn obsessie voor de lange latten maakt haar opstandig en als zij tijdens een mistige afdaling haar skiklasje verlaat, breekt ze haar been. Sindsdien loopt ze mank.
Mattia omschrijft zichzelf en Alice als twee priemgetallen die afwijken van hun omgeving zoals priemgetallen dat doen ten opzichte van de rest van de getallen:
”Alleen en verloren, vlak bij elkaar, maar niet dicht genoeg om elkaar echt aan te raken”.
Giordano beschrijft heel mooi hoe twee jonge mensen hun draai in het leven proberen te vinden; van hun traumatische jeugdjaren tot ze bijna dertigers zijn. Alice en Mattia voelen zich vanaf de dag van hun ontmoeting verbonden, maar merken al snel hoe moeilijk het is om wezenlijk contact met elkaar te krijgen.
Het is een roman die je bijna filmisch meesleept, je hebt geen idee hoe het zal eindigen. Het enige dat je kunt doen, is hopen op een happy end, maar de vraag is of dat er wel komt. Wat mij betreft mag deze jonge schrijver nog heel veel meer moois uitbrengen!
Waarschuwing: dit boek is moeilijk weg te leggen als je begint te lezen!
Reserveer in onze catalogus