Rowan, zoon van Rupert Isaacson en Kristin Neff is autistisch. Hij kan niet goed praten, maakt slecht contact, trekt zich helemaal terug, schreeuwt urenlang en is dan volledig ontroostbaar.
Tot op een dag Rowan het paard van de buurman ontdekt. Blij en lachend laat hij zich op zijn rug op de grond vallen, pal voor een grote merrie. Rupert weet als paardentrainer dat de situatie levensgevaarlijk is: door één verkeerde beweging kan de merrie schrikken en Rowan vertrappen. Met dit paard krijgt Rowan echter een diepe band. Hij gaat spreken, heeft minder driftbuien en lijkt beter contact te leggen met zijn ouders.
Zij besluiten om per paard door Mongolië te gaan trekken. Het land waar het paard vandaan komt en waar sjamanen een belangrijke rol spelen. Ze ondergaan in Mongolië diverse rituelen met sjamanen. Aan het einde van de reis krijgen ze een ritueel met de beste sjamaan. Wat er dan gebeurt is even bijzonder als ongelofelijk..…Rupert Isaacson beschrijft op een boeiende manier de wereld van zijn zoon. En waaruit ook blijkt dat we nog wel wat kunnen leren over de omgang met geestesziekten. Andere culturen kijken er heel anders tegen aan en het verhaal laat je zien dat er meer is dan alleen maar dat wat we kunnen zien en voelen.
Hoewel ik soms wel enige moeite had om de wonderen die in het boek beschreven werden te geloven. Zal mijn nuchtere aard wel zijn... Dus het was maar goed dat er cameramannen mee gingen die van deze reis een documentaire maakten. Deze docu-film is overigens heel eenvoudig opgezet, kent geen echte verhaallijn, maar geeft weer ’dat wat er is’.
Het boek eindigt met de ontroerende zin:
‘Kom op, Betsy zei Rowan, en hij schopte met zijn hakken tegen haar aan. Ze ging op een drafje terug naar de stal. Mijn zoon zat rechtop, mooi in balans. Hij reed van me weg, vrij.
Reserveer hier in onze catalogus