Engeland 1967. Op een regenachtige zondagmiddag in januari neemt mevrouw Palfrey haar intrek in het fictieve Hotel Claremont.
Ze is onlangs weduwe geworden en wil de jaren die ze nog voor zich heeft daar doorbrengen. Haar dochter in Schotland wil haar niet bij zich in huis nemen: ze raadt haar Eastbourne aan. Mevrouw Palfrey is echter bang voor eenzaamheid en lange lege uren, en kiest ervoor haar oude dag door te brengen in Hotel Claremont in Londen, omdat “daar altijd wat te doen is.”