In Een heel leven beschrijft Robert Seethaler heel ingetogen het levensverhaal van Andreas Egger, van ongeveer 4 jarig zwijgzaam jongetje, die onderdak krijgt bij familie Kranzstocker, tot een ongeveer 79-jarige oude man, die wat vergeetachtig wordt.
Andres komt begin 1900 als vierjarig pleegkind bij zijn oom op de boerderij in een Alpendorp. Hij wordt liefdeloos opgevoed, moet veel werken en wordt zelfs kreupel geslagen.
Het leven van Andres speelt zich af in de bergen van Oostenrijk, en in het dal waar het kleine dorp ligt.