Alfie, zoon van Georgie en Margie Summerfield, wordt vijf jaar op de dag dat de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, en de dreiging hangt al een tijd in de lucht. Omdat vanwege de oorlog iedereen het feestje afzegt, blijft Margie zitten met teveel eten. ‘Ik kan het wel opeten’, zei Alfie die graag behulpzaam was. ‘Ha’, zei Margie, ’dat geloof ik graag. Jij bent een bodemloze put, Alfie Summerfield. Ik snap niet waar je het allemaal laat. Eerlijk waar niet.’ Georgie: ‘Hoe oud word je nou, zevenentwintig?’ ’Ik ben vijf’, zei Alfie. ‘O, vijf. Juist. Het lijkt wel of je hier al veel langer rondloopt’.
Dit is het begin van De jongen die zijn vader zocht van John Boyle.