Citadel bevat twee verhaallijnen. In de eerste verhaallijn volgen we de jonge monnik Arinius, die op de vlucht is en bij zich een ketterse tekst draagt. Hij wil deze Codex verbergen voor zijn vijanden, en slaagt daar ternauwernood in.
In de tweede verhaallijn bevinden we ons midden in de Tweede Wereldoorlog. Sandrine Vidal is een jonge verzetsstrijder. Samen met enkele andere vrouwen vormt ze de verzetsgroep Citadel, die de Duitsers het leven zuur wil maken. Wanneer Sandrine een stervende jongeman aan de oever van de rivier vindt die iets prevelt over een Codex, raakt alles in een stroomversnelling en niet in de laatste plaats, omdat de ook de Duitsers hun zinnen hebben gezet op dit oude document. Dat vormt het begin van een duizelingwekkende zoektocht naar het document, dat de toekomst van de Midi voor altijd kan beïnvloeden.
Ook in dit boek vertelt Kate Mosse weer levendig over de historische achtergrond en beschrijft ze de omgeving op zo’n geweldige manier dat je het landschap kunt ruiken, de struiken hoort ritselen en de oude steegjes en straatjes zonder moeite voor ogen ziet. Het zijn voor mij elementen waardoor ik me helemaal in een boek kan verliezen. Het zijn dezelfde elementen als in Het verloren labyrinth en De vergeten tombe, de andere twee delen van de Languedoc-trilogie. Overigens zijn deze boeken geheel afzonderlijk van elkaar te lezen.
Citadel is een flinke pil, maar in de vakantie heerlijk om te lezen. Trouwens, dicht bij de kachel kun je je ook prima mee laten slepen door dit spannende verhaal.