De Britse wiskundige Alan Turing (1912-1954) had een droom: hij voorzag dat ooit de kunstmatige intelligentie van de computer de menselijke intelligentie zou verslaan. Inmiddels zijn computers niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven.
Wetenschapsjournalist Bennie Mols verdiepte zich voor zijn boek Turings Tango in de mogelijkheden en toepassingen van kunstmatige intelligentie (KI). Hij gaat na hoever die zoektocht vandaag de dag gevorderd is en staat tamelijk sceptisch t.o.v. de mogelijkheden van KI.
Hij beschrijft o.m. hoe mens en machine van elkaar verschillen. De één kan dingen die de ander nauwelijks kan, en omgekeerd. Computerintelligentie is dus niet beter of slechter, maar wel anders dan menselijke intelligentie. Computers kunnen gigasnel en foutloos rekenen, hebben een groot en feilloos geheugen, kunnen onvermoeibaar en vlug zoeken in grote databergen, zijn goed in exacte feiten en hebben geen last van psychologische belemmeringen.
Mensen daarentegen kunnen beter visuele en auditieve patronen herkennen en interpreteren, omgaan met vaagheden, dubbelzinnigheden en verrassingen. Daarom zijn ze ook creatiever dan computers.
Mols pleit voor een 'Turing Tango', waarbij de mens centraal staat maar gebruik maakt van de kracht van informatietechnologie.
Een aanrader, lekker vlot geschreven en prima geschikt voor breed publiek.
Het boek wordt ondersteund door een webpagina met aanvullende documentaires, speelfilms, filmpjes en radio-interviews.
Bennie Mols is woensdag 30 oktober in Techniekmuseum Heim in het kader van de lezingenserie Het (on)gelijk van Science Fiction.