Als je een wetenschappelijk én persoonlijk verhaal over het 'echte' boeddhisme wilt lezen, dan is dit hét handboek om te pakken. Hoogleraar Aziatische religies Paul van der Velde schreef In de huid van de Boeddha naar aanleiding van een documentaire over het boeddhisme door Adriaan van Dis, waarin hij als deskundige meermaals aan het woord kwam. Van Dis was wel gecharmeerd van de kennis en vertelkunsten van Van der Velde, en dat zegt wat. Maar het moet gezegd, dit boek leest echt als een trein.
Aan de ene kant leer je gewoon veel, over het leven en de leer van de Boeddha bijvoorbeeld. En over hoe het boeddhisme zich in verschillende vormen verspreid heeft door Azië. Daarnaast schuwt hij niet om een paar heilige huisjes omver te blazen. Boeddhisten geweldloos? Vrouwvriendelijk en heilig? Altijd alles peis en vree en iedereen helemaal zen? Nou nee dus. En mediteren hoort bij de monniken ook niet tot hun dagelijkse bezigheid. Sterker, als er een training meditatie is vliegen ze instructeurs uit het westen in.
Maar wat het boek zo heerlijk maakt zijn alle persoonlijke anekdotes en ervaringen tijdens zijn vele studie- en toeristenreizen door Azië. Zijn ontmoetingen met monniken, de Dalai Lama en de gewone man van de straat. Naast dat Van der Velde je heel veel leert, neemt hij ook veel misverstanden weg. Met het risico dat je ineens heel anders tegen dat beeld in je vensterbank aankijkt, maar door zijn aanstekelijke manier van vertellen vergeef je hem dat ook weer snel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten