vrijdag 28 augustus 2015

Kingsman: The Secret Service

Dol ben ik op dit soort films. Elementaire helden, zoals James Bond. Een overduidelijke slechterik. En dan toch er voor zorgen dat het sannend wordt, ook al weet je dat het vast wel weer goed komt aan het eind. De film 'Kingsman: The Secret Service' is zo'n lekkere film die een aantal voorspelbare elementen bevat, maar toch boeit.
Het gegeven lijkt eenvoudig: een straatjongen, Eggsy, wordt opgeleid tot spion voor een geheime dienst. Eggsy's vader was zelf ooit een geheimagent maar liet tijdens een missie het leven. De jongen kan als genoegdoening op latere leeftijd altijd rekenen op steun van de Kingsmen, een geheime associatie van geheimagenten.


Als Eggsy zichzelf dan ook in de penarie heeft gebracht, komt Hart hem helpen en ook maar gelijk rekruteren voor het vak.
"Als de hoofdpersoon zijn medestudenten ontmoet, van wie er slechts één het tot agent zal schoppen, lijkt Kingsmen: The Secret Servcie af te steven op de zoveelste youngadultverfilming over een geheime opleiding die een veelbelovende, maar bloedlinke toekomst in het vooruitzicht stelt. Maar regisseur Matthew Vaughn heeft een heel ander plan in petto. Al tijdens de opleiding - als een soort een stageplek in de echte spionnenwereld - worden Eggsy en zijn concurrentie aan de nodige opdrachten blootgesteld. Ondertussen legt Hart, een charmante rol van een wederom oerdegelijke Colin Firth, het aan met dubieus wereldverbeteraar en magnaat Valentine. In de belichaming van Samuel L. Jackson heeft deze schurk lak aan de Britse kledingvoorschriften en omgangsvormen en brengt hij een gratis simkaart op de markt voor een slordige miljard mobielverslaafden. Met Valentines vergaande zorgen over de opwarming van de aarde en zijn pogingen deze ontwikkelingen desnoods met drastische middelen te stoppen, kan dit natuurlijk nooit goed gaan. 
Het is grotendeels uit te tekenen hoe het Eggsy in zijn nieuwe rol zal vergaan, maar dit deert bijzonder weinig. Op vakkundige wijze weet Vaughn de vele valkuilen en clichés te vermijden. Met personages ontleend aan de King Arthur-verhalen, bijfiguren die een wel heel traditionele rolinvulling hebben en een uit een Tarantino-film weggestuiterde sidekick die doorgaat als de vrouwelijke variant van Oscar ‘The Bladerunner’ Pistorius, had een heleboel fout kunnen lopen. De sfeer van Kick-Ass wordt niet schaamteloos gekopieerd, want het venijn is verruild voor Britse klasse met een rafelig randje. De jassen van hun rollen gaan de acteurs ook steeds lekkerder zitten. Jonkie Taron Egerton kun je er in de openingsscènes nog van verdenken dat hij meer in het krachthonk heeft rondgehangen dan dat hij acteerworkshopjes heeft gevolgd, maar na wat geveinsde moeilijke grimassen gaat hij zijn personage steeds beter aanvoelen. 
De enige punten waarop Vaughn enigszins een scheve schaats rijdt, is de wat kolderieke invulling van Jacksons slechterik en het onvermogen om één solide eind aan het geheel te breien. Het gevolg is dat Vaughn er samen met medescenariste Jane Goldman een overdaad aan slotontwikkelingen tegenaan gooit." (filmtotaal)
Over dat einde gesproken: dat is inderdaad wellicht wat teveel van het goede... Maar eerlijk is eerlijk: het stoorde me niet. Nieuwsgierig geworden? Gewoon lenen en kijken als je een beetje van die geheime dienst-toestanden houdt. Het hoeft echt niet altijd hoogdravend te zijn om te boeien.



Reserveer in onze catalogus

Geen opmerkingen: