Rondom de Boekenweek staat het Bieblog in het teken van Waanzin. Onze bloggers schrijven deze maand over hun favoriete ‘waanzinnige’ hoofdpersoon uit film, boek of muziek. Of juist de bedenker ervan, die zelf een steekje los heeft. In deze blog tijd voor muziek!
Bij het nadenken over 'waanzinnige' artiesten, of waanzinnige verhalen over artiesten vroeg ik me af waar ik uiteindelijk mee op de proppen zou komen. Het is één van de oer-legendes geworden: het leven van Robert Johnson.
Johnson werd geboren in 1911 en mag gezien worden als de meest invloedrijke bluesartiest aller tijden. Da's op zich al waanzinnig, maar dat terzijde. Hij werd (en is misschien nog steeds wel) hét voorbeeld voor bluesgitaristen en zangers. Extra opmerkelijk, omdat Robert Johnson feitelijk maar een zeer beperkt repertoire had. Hij liet nog geen 30 nummers na, die hij in maar twee opnamesessies heeft uitgebracht. Tel daarbij op dat hij niet ouder is geworden dan 27 en geplaagd werd door nachtmerries, en dan heb je al een groot deel van het waanzinnige verhaal bij elkaar.
Maar het wordt nog erger. Of beter natuurlijk, afhankelijk van je perspectief.
Johnson woonde in zijn jeugd op een plantage, waar hij mondharmonica leerde spelen. Hij had echter de wens om gitaar te spelen. Dat kreeg hij in korte tijd voor elkaar, waardoor de bekendste legende rondom zijn leven ontstond. Het verhaal gaat dat hij zijn ziel aan de duivel zou hebben verkocht in ruil voor het kunnen bespelen van de gitaar. Hij begaf zich rond middernacht met zijn gitaar naar een kruispunt, waar een grote zwarte man, de duivel, zijn gitaar pakte en voor hem stemde, waarna Johnson het instrument volledig beheerste. Het kost hem wel zijn ziel...
In een aantal nummers verwijst Johnson zelf naar dit voorval, wat hem ook nog een banvloek van de kerk oplevert. Luister maar naar nummers als 'Hellhound on my trail' en 'Me and the devil'...
Of het nu van de duivel kwam of niet: het gitaarspel van Johnson is fenomenaal. De combinatie van ritme, begeleiding en melodie op één instrument was destijds vernieuwend. Hij gebruikte de bassnaren zoals pianisten de lage tonen gebruikte, en combineerde dat met allerhande technieken.
Robert Johnson speelde zoveel hij kon en waar hij maar kon. Hij zwierf langs café's en podia.
Maar, zoals gezegd, hij werd niet oud. Zijn fantastische spel en zang zorgden niet voor een bloeiende carrière in de bluesmuziek.
In een donkere kroeg in augustus 1938 werd Johnson vergiftigd. Ook hier gaan feiten en fabels hand in hand. Hij zou whisky hebben gedronken met gif (strychnine? rioolontstopper?), toegediend door of een jaloerse echtgenoot van één van zijn vriendinnen, of een jaloerse vriendin... De aanwezigen zweerden dat hij op handen en voeten over de grond had gekropen, met schuim op de lippen, terwijl hij siste en kefte als een dolle hond. Zijn laatste woorden waren, "I pray that my redeemer will come and take me from my grave”. Een aantal dagen later stierf hij.
Waanzinnig verhaal, nietwaar?
Hoewel er veel onzekerheden zitten in alle verhalen rondom deze blueszanger, blijft het een feit dat hij één van de meest invloedrijke personen in de hedendaagse muziek is geweest. Het relatief kleine aantal nummers dat hij schreef is door enorm veel artiesten uitgevoerd, van jong tot oud.
En ik denk dat daar nog vele artiesten bij gaan komen...
Reserveer 'The complete recordings' in onze catalogus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten