De rode canapé, geschreven door Michele Lesbre.
Het boek is uit en mijn eerste gedachte is: wát prachtig geschreven!! Hoe kan het dat bijna niemand dit boek kent. De vertaling vanuit het Frans bestaat al sinds 2008 en bijna niemand weet dit!!
De essentie van het verhaal staat misschien wel het beste verwoord in een citaat van Anna Maria Ortese, dat als een soort voorwoord gebruikt wordt:
Anne zit in de trein, de Trans-Siberië Express, op weg naar Irkoetsk. Ze wil dezelfde reis maken als Gyl, de man met wie ze ooit haar leven gedeeld heeft. Hij vertrok lang geleden naar de oevers van het Baikalmeer om daar verder te bouwen aan zijn ideale wereld. Kennelijk zijn na al die jaren Anne’s gevoelens voor hem nog steeds niet helemaal uitgedoofd, dat is tenminste wat ik proef tussen de regels door. Want al lezend zoekt mijn geest een verklaring voor deze onderneming. Echter, door de subtiele manier van schrijven wordt dit niet met zoveel woorden gezegd. Het ‘waarom’ blijft als een vage vraag in mijn hoofd hangen. Niet echt storend, maar wel wat mysterieus.‘Het leven beweegt, het reist; en terwijl de stoeten van de tijd elkaar blijven opvolgen boven de dorpen of de afgelegen streken, boven de verlaten dorpen en de zwijgende streken, blijft de bewonderenswaardige, de dierbare, de trouwe utopie.’
Dit is een verhaal, dat je voortdurend onder de oppervlakte doet duiken op zoek naar zingevingsantwoorden. Want Anne was op een punt in haar leven dat ‘de obsederende aanwezigheid van de wereld, de machteloosheid van alle vertogen en versleten theorieën’ haar dag en dacht kwelden... Oeps, denk je nu misschien, dit is zware kost. Maar laat ik je geruststellen: dat valt reuze mee! Want heel lichtvoetig en bijna melodieus zweeft een oude dame op een rode canapé in de gedachten van de reizigster mee: ‘De oude dame leek me te volgen in deze trein, ik dacht vaak aan haar’. Deze dame, Clémence Barrot, woont in Parijs in hetzelfde flatgebouw als Anne. Ze voelen een verbinding met elkaar, herkennen zichzelf in elkaars fascinatie voor bijzondere vrouwen met een eigenzinnig leven, ‘brutaaltjes’, zo noemt de oude dame hen. Samen zitten ze op de rode canapé en vertelt Anne over hen, terwijl Clémence luistert en opleeft. ‘Weet je, Anne’ zegt ze, ‘alle vrouwen die je bij me binnen brengt verleiden me tot een bandeloos leven’.
Gaandeweg ontvouwen ze hun levens voor elkaar. Steeds vaker echter zoekt haar zwijgen ‘woorden die niet kwamen’. En die zin lees ik wel 10 keer terug…, want deze is zooo mooi! Ook Clémence heeft een oude liefde die nooit overgaat, op een foto verzonken tussen de zittingen van de rode canapé. Wat de 2 vrouwen, de één jong en de ander oud, verbindt is dat ze ieder op hun eigen manier terug gaan naar die momenten in hun leven waar alles was begonnen.
En meer ga ik niet verklappen! Maar nog wel even, ik kan het niet laten, een paar juweeltjes van zinnen: ‘Ik had hem overgelaten aan de intimiteit van zijn nacht’ en: ‘De zomer stierf langzaam en gaf de stad die mooie loomheid die er soms zo goed bij past’. O ja, en nog ééntje:’die momenten tussen haakjes, die ogenblikken van respijt..’. Ja, ik houd daarvan en ik raad je dit boekje van harte aan! En ben je toevallig ook nog eens in het bezit van een rode canapé, ga dan daarop zitten en léés!!
Tinie Knoef
Reserveer De rode canapé in onze catalogus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten