Rasperig, met veel gekraak en een rafelig randje. Ze is de 60 inmiddels gepasseerd, maar dat heeft bepaald geen negatieve gevolgen voor de muziekproductie: het is zelfs een dubbelaar geworden. Twee cd's dus, vol met 'straight americana' zonder poespas.
De uitsmijter waar hierboven over gesproken wordt kan mij ook wel bekoren. Erg mooi hoe twee gitaren het hele nummer door subtiel duelleren zonder te vervelen. Topplaat. Of twee topplaten dus eigenlijk..."Twintig nieuwe nummers, waarvan 19 eigen composities en een cover van de vorig jaar overleden JJ. Cale. Het album ‘Down where the spirit meets the bone” klinkt voor liefhebbers van Lucinda Williams weer vertrouwd in de oren. Meteen al in het eerste nummer “Compassion”, een verstilde ballad, gebaseerd op een gedicht van haar vader Miller Williams. Het album is een mix van slow (soul, americana) ballads, up tempo nummers al dan niet voorzien van stevig gitaarwerk, keyboards en blazers. Lucinda Williams heeft een keur aan topmuzikanten om zich heen weten te verzamelen. Zo is Tony Joe White te horen op gitaar en harmonica, waardoor “Something wicked this way comes” je regelrecht de swamps van Louisiana in trekt. Jakob Dylan’s harmony op de prachtige ballad “It’s gonna rain”.Gitarist Bill Frisell vecht mooie elektrische gitaarduels uit met Stuart Mathis van The Wallflowers. Ian McLagan (the Faces) op orgel, piano en wurlitzer. Greg Leisz op pedal steel (“This old heartache”). Pete Thomas en Davey Faragaher van de band van Elvis Costello op drums en bas. Down where the spirit meets the bone is een schitterend album met als uitsmijter het bijna 10 minuten durende Magnolia van JJ. Cale. Lucinda Williams is nog lang niet versleten. Dat heeft ze met dit dubbelalbum wat mij betreft weer dubbel en dwars bewezen."(bluesmagazine)
Reserveer in onze catalogus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten