Dit alles wordt verteld vanuit de derde lijn: het heden, waarin Patrick een oude man is die in een bejaardenhuis woont en nog steeds worstelt met (geestelijke) littekens van toen.
Het hart van het boek is voor mij het verhaal van de loopgraven, dat begint met het hoopvolle vertrek van de helden uit Amerika: ‘Frankrijk! Godallemachtig! Ik ga naar Frankrijk! De oorlog! Ik hoor de band spelen en vlaggen in de wind wapperen….De dappere zonen van Amerika die naar het oosten varen om zich bij de moedige zonen van Frankrijk en Groot Brittannië en Duitsland en Rusland en Italië en Oostenrijk en Canada en België en Bulgarije en Turkije en Australië aan te sluiten in de grootste proeve van mannelijkheid in de geschiedenis van de wereld. Een Wereldoorlog!’.
Grootste proeve van mannelijkheid, jawel!
Aan het eind volgt een soortgelijke opsomming, maar heel anders van toon: ‘Getallen. Ik herinner me de getallen. De schone zakelijke en onverzoenlijke getallen. De schuldloze godvergeten getallen……November 1918. Wapenstilstand. Laatste lig, geschatte aantal gesneuvelden: Duitsers 1,8 miljoen, Russen 1,7 miljoen, Fransen 1,4 miljoen, Roemenen 340.000, Bulgaren 90.000, Turken 330.000’.
Inderdaad, een Wereldoorlog.
Tussen die twee passages in zie je Patrick van een naïeve avonturier veranderen in een gedesillusioneerde, uitgeputte soldaat- zoals dat ging met vrijwel iedereen. Het enige wat de mannen op de been hield, was de kameraadschap in de eigen compagnie. Patrick raakt hecht bevriend met de wat oudere en wijzere Daniël. Samen door de modderige loopgraven glibberen, de doodsangst bij het vuren van de vijand, het roken van een sigaretje, de walging bij de door mortieren opengebarsten lijken, het gebrek aan voedsel en hygiëne, de brieven van en aan Julia.
Misschien zijn het de bespiegelende opmerkingen tussen de gebeurtenissen en ervaringen door, die deze roman anders maken dan andere uit het legioen van oorlogsboeken. ‘Mannen gingen in de strijd omdat ze helden wilden zijn, maar alleen al door de omvang van het bloedvergieten ging iedere individuele heldendaad ten onder, zodat zelfs moed zijn betekenis verloor….’(p.396). Bij de plotselinge wapenstilstand op 11/11/1918 om 11 uur: ’Ik weet niet of iemand van mensen die in de ziekenzaal lagen, echt geloofde dat de kanonnen konden zwijgen. Kunnen vier jaar van geweld zomaar ophouden? Ik kon niet geloven dat een oorlog zo beheersbaar was, dat je het hele gedoe kon affluiten alsof het een voetbalwedstrijd was. Was heldenmoed om 10.59, écht gewoon moord om 11.01? ’
In feite vond ik de romance tussen Patrick en Julia het minder verrassende deel van het boek, een beetje cliché romantisch. De rest vond ik boeiend en goed geschreven, het leest gemakkelijk. Het oorlogsverhaal wordt gelardeerd met onthullende citaten uit bv. schietinstructies uit ‘Het Handboek voor de soldaat’ uit 1917 en uit dagboeken en brieven.
Tien jaar geleden op weg naar het Vlaamse dorpje Watou passeerden we de uitgestrekte graven met de ‘In Flanders Fields’. Nog nooit heb ik een museum meegemaakt waar de beleving van een periode zo dicht op je huid komt!
witte kruisjes uit de Eerste Wereldoorlog. Die oorlog had bij mij, zoals bij de meeste Nederlanders, nooit geleefd- maar hier aan de zuidwestkust van Vlaanderen was dat anders. Ben je eenmaal gepakt door deze historie, dan moet je wel naar het Museum over die oorlog in Ieper:
Sindsdien is mijn belangstelling gewekt voor De Groote Oorlog van ’14-‘18, en lees ik daar romans en gedichten over. In dit herdenkingsjaar 2014 wil ik enkele romans bespreken waarin deze oorlog het hoofdpersonage is.
Miriam Janssen
Reserveer in onze catalogus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten