Een krukje-stukje
De krijtgestreepte financier zijn eigen bank
de cabaretier die tiert vanaf de bühne
het Kamerlid neemt haar blauwe zetel in
de vleugelspits zijn eigen flank
De spreker grijpt gespannen het katheder
de puber als een zoutzak in zijn zitzak
de dominee bestijgt de kansel dan wel preekstoel
de paus schijnt plaatsbekleder
De koning leest vanaf zijn maximale troon
de professor heeft zijn leerstoel
de merel zingt vanaf het hoge dak
zijn liederlijk of liederrijke toon
De senior beproeft haar kantelstoel
de reiziger muziekverstopte oren
wil dringend zeker van een zitplaats zijn
zo snel weg naar het doel
Maar…
Het woord der poëzie stukje voor stukje
uit het hoge rijk van de verbeelding
daalt af tot lage kleine kwetsbaarheid
als ‘t klinken gaat vanaf een krukje
Herman Koetsveld
Stadsdichter 2014 - 2016
geschreven 23 mei 2014 n.a.v. de onthulling van het ‘Krukje der Poëten’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten