Meestal trek ik mijn wenkbrauwen op als iemand een plaat maakt met diverse vakgenoten: op dit album werkt de Stones-zanger samen met onder andere Bono, Pete Townshend, Wyclef Jean en Lenny Kravitz. Ik ga me dan altijd afvragen of zo'n plaat dan nog wat wordt, met veel van die beroemdheden...
Maar het bleek een lekkere popplaat te zijn, die mij nog steeds wel kan bekoren. Het vierde solo-album van Jagger kwam in 2001 uit, en HUMO schreef toen onder meer dit:
De machtige mokerslag 'God Gave Me Everything', gezegend met een vette Lenny Kravitz-riff, blaast daarentegen iedereen moeiteloos van de sokken: nogmaals blijkt dat een goed lied niet meer dan drie akkoorden en één goeie yell nodig heeft. 'Hide Away' lijdt wat onder Jaggers fake Amerikaanse tongval, maar al bij al is dit aanstekelijk Caraïben-country met een falsetto-refrein waar ze in Nashville alleen maar van kunnen dromen. Ook 'Don't Call Me Up' beschikt over een bluesy maar tegelijk glorieus refrein waaruit blijkt dat zelfs een bijna zestigjarige die bij zijn geboorte in een vat testosteron gevallen is nog kan overlopen van romantische gevoelens.Ik draaide de plaat begin deze week weer eens (na lange tijd, dat wel) en was opnieuw verrast. Reden om er weer eens wat aandacht voor te vragen.
En wie weet, toch maar eens vaker van die vergeten 'parels' opduikelen....
Reserveer in onze catalogus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten