maandag 13 juni 2011

Almar Otten over Allan Folsom

Tijdens de maand van het spannende boek schrijven bekende thrillerauteurs een gastrecensie op ons Bieblog. Vandaag de vierde in de serie: Almar Otten over De Dag na Morgen van Allen Folsom.

Iemand vroeg mij laatst naar de boeken in mijn boekenkast. ‘Dat zijn er niet zoveel,’ antwoordde ik. De oorzaak daarvan ligt in een grondige opruimingsactie waarmee ik een paar jaar geleden ben begonnen. Honderden boeken hebben op een of andere manier ons huis verlaten, verkocht, weggegeven of afgevoerd in bananendozen en opgeslagen in de schuur van mijn ouders. Wat er over is gebleven, beslaat niet meer dan twee planken. De boeken die daar op staan hebben dus een bepaalde betekenis voor mij.

Tussen die boeken staan ook enkele thrillers. Het zijn inspirerende voorbeelden voor mij als thrillerschrijver. Om precies te zijn: één van John le Carré, één van Jef Geeraerts, twee van Henning Mankell en De Dag na Morgen van Allan Folsom.

Over dat laatste boek wil ik hebben. Het is minstens tien jaar geleden, ik schreef zelf nog niet, dat ik het heb gelezen. Ik heb hem, ondanks alle opruimacties, binnen handbereik gehouden omdat het in mijn beleving een van de beste thrillers was die ik ooit had gelezen. Een onderbouwing daarvoor heb ik echter niet. Het is alleen maar een gevoel, gebaseerd op een niet al te betrouwbare herinnering.

Het verzoek van Bibliotheek Hengelo om een thriller te recenseren vormt een mooie aanleiding om De Dag na Morgen uit de kast te pakken en voor de tweede keer te lezen, nu als kritisch recensent en thrillerschrijver.

Nog voordat ik een letter heb gelezen, realiseer ik me hoe moeilijk het is om een thriller te recenseren. Het risico om stukjes plot te verraden is nogal groot. Dat geldt zeker voor dit boek, waarbij de volstrekt originele en onverwachte ontknoping een substantieel deel van de kwaliteit van het boek bepaalt.

Het begin van het boek is ijzersterk. Paul Osborn, de hoofdpersoon, en zijn tragiek, hij zag als jongetje dat zijn vader werd vermoord, komen meteen tot leven. Ook de problemen waarin hij in het eerste hoofdstuk belandt zijn geloofwaardig en urgent.

Na een aantal hoofdstukken valt me op dat Folsom behoorlijk veel verschillende lijnen uitzet. Daardoor ontstaat, onderliggend aan de spanningsbogen in de separate hoofdstukken, een continue vraag over de samenhang tussen die lijnen. Ik hou daar heel erg van. Het boek wordt daardoor een puzzel waarvan de lezer de nieuwe stukjes een plekje probeert te geven op het nog lege bord.

Als schrijver gaat mijn speciale belangstelling uit naar de manier waarop Folsom de verschillende lijnen aan elkaar knoopt. Het risico van toevalligheden ligt daarbij namelijk op de loer. Na zestig bladzijden constateer ik dat het enige toeval plaatsvindt op de eerste bladzijde, namelijk dat de hoofdpersoon Paul Osborn opeens, in een Parijs’ café, oog in oog staat met de man die zijn vader dertig jaar geleden voor zijn ogen heeft vermoord. Door die ene toevalligheid wordt Osborn meegesleept in een bizarre, maar steeds weer verklaarbare, maalstroom van gebeurtenissen.

Op bladzijde 142 wordt één verhaallijn min of meer afgerond. Ik verplaats mij in het hoofd van de schrijver en vraag me, wetende wat de uiteindelijke clou is, af hoe hij de vierhonderd bladzijden tot de zinderende apotheose op spannende wijze gaat overbruggen. Het gevaar van een te lang en weinig boeiend middenstuk ligt op de loer. Ik betrap me erop dat ik steeds meer stukken scannend lees. Tweehonderd bladzijden verder stel ik vast dat het best korter had gemogen. Maar misschien doe ik de schrijver daarmee onrecht omdat ik de afloop al ken.

Ik ga door en honderd bladzijden voor het einde krijgt het verhaal weer vat op me. Het is interessant om te zien hoe de schrijver toewerkt naar de openbaring van het grote geheim. Hij heeft zichzelf daarbij de ultieme uitdaging opgelegd: om de clou, na bijna zeshonderd bladzijden, pas op de laatste regel prijs te geven. Dat is hem gelukt. Hij heeft daarbij echter wel wat kunstgrepen toe moeten passen die bij een tweede lezing enigszins wringen.

Als schrijver krijg ik regelmatig reacties op mijn boeken. Dat heeft me er nog meer van bewust gemaakt dat smaken verschillen. Met name op het vlak van geloofwaardigheid en toeval lopen de meningen sterk uiteen. Voor de één moet alles een volstrekt realistische en logische weergave van de werkelijkheid zijn. De ander geniet juist van een uitstapje buiten de praktijk van alledag, schurkend tegen de grens van geloofwaardigheid. Er zijn ongetwijfeld mensen die De Dag na Morgen volstrekt ongeloofwaardig vinden en daardoor geen goed boek. Als je echter bereid bent om het basisgegeven, hoe weinig realistisch ook, te accepteren is dit boek een geweldige thriller.

Ik concludeer dat mijn beeld van een spannende thriller, ook bij tweede lezing, overeind is gebleven. De eerste 150 bladzijden zijn super. Daarna zakt het wat in, maar de ultieme ontknoping maakt alles goed.

Almar Otten

Het laatstverschenen boek van Almar Otten is de thriller De Afstammeling dat 4 sterren kreeg in de VN-thrillergids: "De Afstammeling is een toegankelijk boek dat met verve is geschreven, dat zich positief onderscheidt van het gros van dit genre en dat dwingt tot doorlezen".


Reserveer De dag na Morgen in onze catalogus
Reserveer De Afstammeling in onze catalogus
Almar Otten in onze catalogus

Geen opmerkingen: